Aflevering 4

Aflevering 4

June 24, 2021 Off By admin
  1. Aflevering 1
  2. Aflevering 2
  3. Aflevering 3
  4. Aflevering 4
  5. Aflevering 5
  6. Aflevering 6
  7. Aflevering 7
  8. Aflevering 8
  9. Aflevering 9
  10. Aflevering 10
  11. Aflevering 11
  12. Aflevering 12
  13. Aflevering 13
  14. Aflevering 14
  15. Aflevering 15
  16. Aflevering 16
  17. Aflevering 17
  18. Aflevering 18
  19. Aflevering 19
  20. Aflevering 20
  21. Aflevering 21
  22. Aflevering 22

De wethouder was al de hele middag buitenshuis, dus Stijn had zich de hele middag aan een grote stapel achterstallig werk kunnen wijden. Hij had zo ingespannen naar zijn scherm zitten kijken dat hij bij het dichtslaan van zijn laptop pas merkte dat hij van het warme (inmiddels koude) water nooit thee had gemaakt. Hij deed zijn sjaal om en jas aan, griste nog snel een document mee uit zijn postvak en stond enkele seconden later al bij de lift. “Weer naar het ziekenhuis?”, vroeg de receptioniste en keek hem ietwat bezorgd aan. “Zeker, ik mag wel opschieten!”, antwoordde hij en beende naar de fietsenstalling.

——-

Het was me wel het weekje geweest. Nadat Tom het telefoontje had gekregen van zijn vader om te zeggen dat zijn moeder was opgenomen met hartklachten, waren de twee jongens zo snel mogelijk naar de stad gefietst vanaf het plekje waar ze naar de sterrenregen hadden liggen kijken. Het was wel een abrupt einde geworden van een hele gezellige avond, waarin Stijn wat meer te weten was gekomen over Toms verleden, terwijl ze zich tegoed hadden gedaan aan champagne en lekkere hapjes. In ijltempo waren ze bij het streekziekenhuis aangekomen, dat gelukkig aan dezelfde kant lag als waar zij vandaan gekomen waren. Terwijl Stijn zich buiten adem afvroeg of er wel een rol voor hem was weggelegd op dit dramatische moment, had Tom hem al meegetrokken de hal van het ziekenhuis in. “Ik hoop maar niet dat het erg is”, had hij nog over zijn schouder gezegd terwijl ze naar de balie renden.

Toen ze eenmaal op Zuid C3 waren aangekomen, werden ze opgevangen door een aardige, jonge verpleegkundige, die Tom vertelde dat zijn moeder was opgenomen met benauwdheid en een uitvallende linkerarm en flinke kramp op de borst. Er was inmiddels eerste onderzoek gedaan. Ze had medicatie gekregen en was nu stabiel. Zijn vader was bij haar op de kamer en ze konden naar haar toe. Stijn klopte Tom op de schouder en zei dat hij wel ergens zou wachten. De verpleegkundige, die Bart bleek te heten, voerde hem naar ‘de familiekamer’ en vroeg of hij iets wilde drinken. Terwijl hij thee zette keek hij Stijn onderzoekend aan en zei toen: “Ben je ook familie..?” “Nee, we waren samen op pad toen Tom het nieuws kreeg en ik ben meegekomen”. “Ah, OK, dan zul je ook wel geschrokken zijn, hier is je thee, alsjeblieft. Ik heb samen met Tom in de brugklas gezeten.”

Na uitgebreider onderzoek de volgende dag was duidelijk geworden dat de moeder van Tom (die Els heet, had Stijn inmiddels begrepen) last had van enkele dichtgeslibde aderen en dat er een dotterbehandeling plaats zou vinden. Hierbij zouden de aderen weer opengemaakt worden met een ragertje dat via de lies ingebracht zou worden. Toen Tom hem het die dag tijdens een borrel na het werk vertelde, begon Stijn werktuiglijk te rillen bij het idee alleen al; hij was nu eenmaal niet zo’n held als het op naalden en ziekenhuizen aankwam. Er was alleen een wachtlijst in het ziekenhuis waar ze behandeld zou worden, dus dat zou wel over het weekend heen getild worden. Maar het was dus gelukkig redelijk goed nieuws en hij kon aan Tom horen dat hij opgelucht was. Bovendien stónd Tom erop om de borrel te betalen omdat hij, zoals hij zei, iets had goed te maken na de brute onderbreking van hun date. “Maar ik heb een nieuw uitje voor ons”, zei hij, “want ik moet overmorgen een verslag maken voor de krant van de aankomst van Sinterklaas en ik wil je vragen of je meegaat.”

Zo kwam het dat ze zaterdagochtend om half twaalf al op de Kanaalkade stonden ,terwijl er een gure wind waaide. Van verder afspreken was na de borrel niets meer gekomen door alle drukte. Stijn was blij om zijn, wat wat eigenlijk… date?… weer terug te zien, en vooral ook heel blij dat Tom hem meetrok een grand café in, waar het een stuk behaaglijker was dan buiten. Onder het genot van thee en een flink stuk speculaasvlaai vertelde Tom dat hij al meerdere jaren over de aankomst schreef, maar dat hij het altijd een leuk moment in het jaar vond. “Voor ons regionale krantje horen dit soort vaste kalendermomenten er nu eenmaal bij”, legde hij uit. “Dus bereid je maar vast voor op de opening van de ijsbaan!”, bulderde hij er lachend achteraan. Stijn genoot stiekem van zijn al ingecalculeerde aanwezigheid, maar vroeg zich wel af wanneer hij Tom nu daadwerkelijk weer eens in zijn armen zou kunnen sluiten. Want hij betrapte zich erop dat hij daar nu inmiddels toch wel naar verlangde. Goed dat ze weer de kou in moesten, bedacht hij zich, anders was zijn hoop wel erg zichtbaar geworden in die aangenaam diepe fauteuils van de uitspanning waar ze hadden gezeten.

Het krioelde buiten inmiddels van de kinderen, die het totaal niet koud schenen te hebben, wat ook kon komen door het geren overal tussendoor. En de opwinding dat Sinterklaas er bijna zou zijn. Tom was in de buurt van de aanlegsteiger in gesprek met de burgemeester, zag Stijn. Terwijl hij rondkeek voelde hij ineens hete adem in zijn nek, waarop hij verschrikt omkeek en recht in het gezicht van een zeer zwart geschminckte piet keek. “Hier, een extra handje pepernoten voor een brave jongen”, klonk het zwoel in zijn oor, “Of ben jij niet braaf?”. Waarschijnlijk zag de piet het groeiende vraagteken boven zijn hoofd, want daarop zei deze vlakbij Stijns oor. “Zie ik je nog eens in het ziekenhuis op het bezoekuur, of wellicht ergens anders?” Verrek, het was Bart, realiseerde Stijn zich, maar toen was ‘piet’ alweer bij een groepje echte brave jongetjes. “Wat zullen we nou beleven..?”

Daarna ging het allemaal ineens snel. Niet alleen kwam de pakjesboot bijna keurig op tijd aan en heette de burgemeester de Sint van harte welkom, ook tuimelde Tom – die behalve enkele vragen moest stellen ook de foto’s zelf moest maken – na een flinke misstap om de Sint te ontwijken achterover van de steiger af, pardoes het kanaal in. Stijn zag het als in slow motion gebeuren, van een flink afstandje omdat hij de ouder met kinderen graag de ruimte had gegeven, dus het duurde even voordat hij had geregistreerd wat er nu eigenlijk was gebeurd. Er klonken wat verschrikte kreten en Stijn snelde naar de plek des onheils. Daar zag hij samen met de omstanders hoe Tom op een onderliggend kanaalmuurtje terecht was gekomen. Hij zat goddank half rechtop, maar zijn gezicht was vertrokken van pijn en zijn been lag er heel raar geknikt bij. En zo kwam het dus dat Stijn die maandag zich moest haasten naar het streekziekenhuis vanaf zijn werk, om niet alleen even bij Els te kijken, maar vooral op bezoek te gaan bij zijn, eh, date. En hij sliep in het huis van Tom, want iemand moest zijn kat immers te eten geven en dit had de beste oplossing geleken. Dus wel in zijn huis, zijn bed nota bene, maar wel zonder Tom zelf. Verdorie.