
Aflevering 19
Stijn probeerde aandachtig te luisteren naar wat Edith aan het vertellen was over de innovatieplannen voor hun stad. Niet dat dat heel veel concentratie vereiste, hij had de PowerPoint-presentatie immers zelf in elkaar gezet na uitgebreid intern en extern overleg. Zijn nieuwe bazin had goed aangevoeld dat binnen haar portefeuille voor dit onderwerp grote aandacht bestond, en ook dat ze tot op heden als raadslid niet echt om haar kennis op juist dit terrein bekend had gestaan. Stijn keek om zich heen, naar de andere vier wethouders en hun teams van steeds een assistent en een secretaresse. Voor een bestuurlijke heidesessie waren ze naar een congrescentrum op de Veluwe afgereisd (“Neem water mee en laat vooral niet merken dat je gay bent”, had Tom nog lachend gezegd voordat Stijn vertrok). Maar focussen ging niet meer, Stijns gedachten bleven maar afdwalen naar de lunch van eerder vanmiddag, toen hij bij het roerei ineens achter zich een zeer bekende stem hoorde zeggen: “Schijn je heel potent van te worden”, gevolgd door een ondeugende lach. Nee! Bruno! Hoe was dat in vredesnaam mogelijk…?!?

——-
Zoals gebruikelijk was Stijn direct dieprood gekleurd en had Bruno blijkbaar met open mond aan staan gapen, want die zei meteen gewiekst: “Doe snel dicht, anders gaan mensen er nog wat van denken.” Werktuiglijk liet Stijn zijn kaken weer op elkaar klappen, terwijl hij vriendelijk werd aangestoten door één van de wethouders achter hem, die de eiertang graag wilde gebruiken. Bruno leek geen enkele verrassing of verbazing te voelen, want hij stond Stijn geamuseerd aan te kijken waarbij hij zijn hoofd een beetje schuin hield en licht door zijn linkerheup gebogen stond. “Lieverd, als je me graag nader wilt leren kennen, dan kun je me ook gewoon terug appen hoor, dan hoef je niet helemaal naar dit godvergeten oord af te reizen om mij te zien worstelen met een ongelooflijk oninteressante groep client managers”, zei hij, om eraan toe te voegen: “Of een subtiele reactie achter te laten bij een video op één van de YouTube-kanalen die ik volg – of kijk je nog stééds geen YouTube om te weten hoe je hippe spelletjes als ‘Fuck, Marry, Kill’ speelt…?” Stijn zag hoe de wethouder van het roerei verstrooid maar toch duidelijk in hun richting keek bij deze laatste woorden, waarop hij Bruno toesiste dat hij hier met het stadsbestuur op heidesessie was en of hij iets zachter zou kunnen praten. “O jee”, sprak Bruno met een gespeeld schaapachtig lachje, “Je bent betrapt op vuile praat…” Stijn gaf hem een schop tegen zijn schenen, raakte Bruno niet echt, maar het ontlokte deze nog wel de uitspraak: “Niet doen schat, dat vind ik lekker”. Theatraal diep zuchtend liep Stijn terug naar de grote tafel waaraan zijn collega-ondersteuners zaten, maar niet zonder nog even snel omgekeken te hebben. Dat had hij beter niet kunnen doen, want nu zag hij nog net dat Bruno hem doodleuk en uitgebreid zat na te kijken en, zodra hij Stijns blik ving, hem een luchtkus toewierp.
En uiteraard had Jolanda – die naast hem aan tafel zat – dat gezien, wat hem *dus* gelijk op een gefluisterde vraag in zijn oor kwam te staan wie die leuke jongen toch was. Stijn probeerde de trillingen in zijn handen en benen (die ineens heel zwieberig aanvoelden) onder controle te krijgen en bovendien niet te gaan hyperventileren, maar antwoordde daarna een soort van rustig (zo hoopte hij) dat hij een oud-studiegenoot was (wat maar een kleine leugen was, want hij was immers een oud-studiegenoot van Sven). “Hebben jullie ooit iets gehad samen?”, hield Jolanda vol. “Hahaha (te gemaakt, te gemaakt), nee absoluut niet, maar we zaten elkaar ook toen altijd al te dollen!”, antwoordde hij maar. “Knappe vent anders wel”, zei Jolanda nog achteloos, voordat ze zich allebei weer op hun tafelgenoten en hun lunch stortten. Stijn probeerde zijn ademhaling te reguleren en nam kleine hapjes van zijn koude roerei, terwijl in zijn hoofd steeds het woord ‘potent’ voorbijkwam.
Na een uitgebreid diner, waarbij hij met zowel ontzag als enige verontrusting had gezien hoe Edith na ettelijke glazen witte wijn nogal dwingend en hard was gaan praten tegen haar collega van sociale zaken, was Stijn dan toch eindelijk op zijn hotelkamer aangekomen. Ergens rond theetijd had hij nog een appje gehad van Bruno met de vraag of zijn ‘top-ontmoeting’ dan tenminste nog wél een beetje leek op een overleg tussen Trump en Kim Jong-Un, omdat zijn eigen meeting dreigde te verzanden in geleuter over te weinig mankracht om echt concurrerend te zijn. Welhaast automatisch had hij geantwoord dat het aan zijn kant niet veel beter was omdat het over de gemeentelijke begroting ging met de bijbehorende wethoudersportefeuilles. Pas toen hij op ‘verzenden’ had gedrukt realiseerde hij zich dat hij zojuist GEANTWOORD had; zijn hart was begonnen met hameren en hij had de kleur naar zijn hoofd voelen stijgen. Pas nu vroeg hij zich af dat hij nog steeds niet wist hoe Bruno ooit aan zijn nummer was gekomen. Maar hij was vast van plan om hem dat nooit te vragen, omdat hij zojuist besloten had om vanaf nu überhaupt afstandelijk te doen naar deze opdringerige gozer. Waarop de bel van zijn kamer ging, Stijn nog in gedachten opendeed en oog in oog stond met … de opdringerige gozer. “Je mond staat weer open”, zei Bruno meteen, en daarop volgend: “Je deur ook, mag ik binnenkomen?”
“Zeg, hoe kom jij aan mijn kamernummer…?”, brieste Stijn verontwaardigd, “En hoe kom jij eigenlijk aan mijn telefoonnummer, laten we daar eens mee beginnen! Sven zeker…?” “Nee hoor, als je vriendelijk maar doch vastberaden klinkt, krijg je van receptionistes vaak heel veel gedaan”, zei Bruno triomfantelijk, terwijl hij Stijn recht aankeek vanuit de fauteuil waarin hij inmiddels was gaan zitten. “Jij bent ook brutaal!”, kon Stijn nog uitbrengen, maar toen hij zijn eigen stem hoorde – die klonk als jurylid Amanda uit Britain’s Got Talent – begon hij van verwarring, vermoeidheid en de overrompeling ineens enorm te schateren. “Dit is net een klucht!”, hikte hij uit, waarop ook Bruno onbedaarlijk begon te lachen. Nog heftig nasnikkend van deze lachaanval klonk opnieuw de deurbel van Stijns kamer. Tot zijn verbazing liep Bruno vastberaden naar de deur, deed open, zei iets tegen de persoon aldaar en kwam terug de kamer in met een champagnekoeler. “Zeg, wat heeft dit allemaal te betekenen?”, klonk ‘Amanda-Stijn’ nu weer, waarop ze allebei opnieuw moesten lachen. “Luister Stijn, ik vond het gewoon erg leuk en heel verrassend om je hier te zien vanmiddag; het was echt zo’n plezierige verrassing! En ik wilde graag vriendschappelijk iets voor je doen en je verrassen, dus vandaar dit gebaar.” Stijn ontdooide direct en was meteen vertederd, want hij was nu eenmaal erg gevoelig voor dit soort attenties. Hij ging zelf met zijn rug in de opgestapelde kussens tegen het hoofdeinde van zijn bed zitten en Bruno zat in kleermakerszit tegenover hem, terwijl ze allebei nipten van hun champagne.

Bruno vertelde honderduit over zijn werk als sales manager, over het ‘is dit alles-gevoel’ waar hij nu al last van had, over de grote reizen die hij had gemaakt, over hoe het was om als enig kind op te groeien in een gezin met veel geld maar weinig liefde (waar Stijn over mee kon praten, zei het met de inhoudelijke verdeling precies andersom), zijn liefde voor gitaarspelen (maar niet goed hoor, ik tokkel maar wat) en over zijn grote ideeën over romantiek, waarvan hij vreesde dat ze nooit beantwoord zouden worden. Gaandeweg was het nippen van de champagne overgegaan in klokken, en bovendien was Bruno gezellig bijgedraaid en lag nu naast Stijn op het kingsize hotelbed. Hij vertelde over zijn mooie herinneringen aan het feest van Sven en verontschuldigde zich meermalen voor het opvragen van zijn telefoon- en kamernummer. Toen zijn mond heel dichtbij kwam en Stijn Bruno’s eau de toilette rook (Bleu de Chanel, geen twijfel mogelijk, Sven had met hem een kwis gedaan bij de lokale Ici Paris) was er geen enkele remming en zoende Stijn gretig terug. Los geworden van de champagne en de vermoeidheid, en door het gevoel dat Bruno toch wel een zeer aardige gevoelige vent was (en nog buitensporig knap ook) verdween Stijn in de sterke armen waarvan de handen direct op speurtocht gingen. Toen Bruno zijn hand achterin Stijns broek liet glijden klonk er ineens een *pling* door de kamer, kwam Stijn als in een flits tot zijn positieven en was de magie acuut verdwenen. “Nee Bruno, nee, NEE…! Dit wil ik helemaal niet! Ik ben heel gelukkig met Tom! Nee!” Bruno schrok duidelijk, begon zich direct te verontschuldigen, liep rood aan en stotterde dat hij het niet verkeerd had bedoeld… Stijn stond ineens rechtop, trok Bruno aan zijn arm omhoog en duwde hem richting de deur en daarna ook direct de gang op. Hij sloot de deur en zakte aan de binnenkant op de grond, tranen in zijn ogen. Na enkele minuten zo gezeten te hebben met zijn hoofd op zijn knieën haalde hij zijn telefoon te voorschijn en keek naar het scherm. De pling was van een appje gekomen: “Hey lieve Stijnie, is het college al gevallen 🙂 ? Bel je me nog even? XT”. Stijn begon acuut onbedaarlijk en schokschouderend te huilen.