Aflevering 21

Aflevering 21

June 25, 2021 Off By admin
  1. Aflevering 1
  2. Aflevering 2
  3. Aflevering 3
  4. Aflevering 4
  5. Aflevering 5
  6. Aflevering 6
  7. Aflevering 7
  8. Aflevering 8
  9. Aflevering 9
  10. Aflevering 10
  11. Aflevering 11
  12. Aflevering 12
  13. Aflevering 13
  14. Aflevering 14
  15. Aflevering 15
  16. Aflevering 16
  17. Aflevering 17
  18. Aflevering 18
  19. Aflevering 19
  20. Aflevering 20
  21. Aflevering 21
  22. Aflevering 22

‘Allemachtig, alsof je een oven inloopt!”, riep Sven, die meteen zijn sporttas op het muurtje wierp voor de gym, waar ze net hadden gezwoegd op de crosstrainer en in de weer waren geweest met kettlebells. Stijn moest ook even de temperatuurverandering verwerken van het verlaten van de airco binnen. Hij sprong achterwaarts op het muurtje, trok zijn benen op en stak zijn handen naar achteren om makkelijker te kunnen zitten. “Ik werd gisteren gebeld door Bruno,” zei Sven nu, “en hij had een ontzettend rotgevoel”. Stijn keek eens naar zijn nieuwe goede vriend om in te schatten welke lading er achter deze woorden schuilging; hij had soms nog moeite om de stemmingen en bedoelingen van Sven direct te kunnen duiden, maar aan zijn ogen kon hij het altijd wel zien. In dit geval keek Sven met zijn bovenlip wat samengetrokken en lage wenkbrauwen, dus hij zat er duidelijk mee in zijn maag.

——-

Stijn krabde eens aan zijn eigen wenkbrauw – die jeukte van het zweet – en streek met zijn hand door zijn haar. Als vanzelf trok hij zijn benen iets dichter tegen zich aan en sprak langzaam: “Ja, en hij is niet de enige…” “Ik was nogal verrast eigenlijk”, zei Sven. “Ik bedoel, ik had natuurlijk echt wel gezien dat hij je leuk vond, toen op mijn verjaardagsfeestje bij jullie thuis. En ik vond dat ook nog wel leuk ook, dat mijn beste studiemaatje met mijn nieuwe beste vriend het goed met elkaar konden vinden. Maar ik had geen idee dat daaruit echt een verhaal was ontstaan.” Hij viel even stil, duidelijk op zoek naar woorden voor wat zijn gevoel in deze kwestie was. “Ik vind het eigenlijk best ongemakkelijk. Niet alleen dat er tussen jullie iets is misgelopen, maar ook dat ik het helemaal niet wist. En ik vraag me sinds gisteren af of dat nu terecht is of dat ik me niet zo kinderachtig gepasseerd moet voelen.” Deze kant van het verhaal had Stijn niet zien aankomen, maar direct nadat de woorden door Sven waren uitgesproken bedacht hij zich dat hij inderdaad wel met Tom over Bruno had gesproken – bij diens ouders thuis nota bene, en gesteund door de wijsheid van Toms vader – maar dat hij er inderdaad tegen Sven met geen woord over had gerept. Merkwaardig eigenlijk, bedacht hij zich nu: zou hij Bruno helemaal niet met Sven verbonden hebben? Gelukkig bedacht hij zich op tijd dat het uitspreken van deze gedachte ook niet zo tactisch zou zijn. “Hij is niet de enige die zich schaamt natuurlijk”, zei hij tenslotte, gevolgd door “Kom, laten we richting de Koffie Korner lopen, dan vertel ik je hoe het zit.”

Nadat Tom hem – tot Stijns verbazing, aanvankelijk dan toch – had gezegd dat hij het wel zou moeten uitspreken met Bruno, had hij die de volgende dag gedeblokkeerd op Whatsapp en een berichtje gestuurd met dit verzoek. Direct volgden er wel twintig berichten binnen een half uur, waarin Bruno al zijn opgespaarde en opgedane emoties en excuses over Stijn uitrolde. Om toch vooral tot een concrete afspraak te komen had Stijn via een reactie gezegd graag op korte termijn af te spreken om tot een bevredigend (slecht gekozen woord, dacht hij meteen nadat hij op ‘verzend’ had gedrukt) einde van deze kwestie te komen. ‘Kwestie’ vond hij achteraf ook wel heel ambtelijk klinken, maar Bruno toonde zich direct de projectleider die hijzelf geworden was door te zeggen dat hij inderdaad heel graag tot ‘positieve closure’ wilde komen. Er stond niet eens een smiley achter. Ze hadden afgesproken dat Stijn met de trein naar de stad zou gaan waar Bruno en Sven hadden gestudeerd; dat was weliswaar een heel eind, maar er was Stijn alles aan gelegen om het hele Bruno-verhaal vooral ergens ver weg te parkeren, dus de symboliek van deze afspraak beviel hem wel.

Tom had hem die zaterdagochtend nog vreselijk lopen plagen door allerlei dingen te zeggen als “Moet jij niet naar Bruno?”, “Hebben ze daar ook een snel-GGD?” en “Zal ik je niet liever toch zelf even brengen?”, waarna Stijn hem bij het verlaten van het appartement nog maar eens een kussen naar zijn hoofd had geslingerd, maar alsnog met een flink bezwaard geweten in de trein stapte. Hij vroeg zich, eenmaal aangekomen, af of Bruno het erom gedaan had: hij zat hem op het terras op te wachten in een outfit die hem fantastisch stond, met een kapsel dat perfect in model zat en met ogen die straalden alsof ze alsnog een echte date hadden. Nadat Stijn even weke knieën en een siddering in zijn buik had gevoeld, had het hem juist gesterkt in de intentie om dit vriendelijk doch helder aan te pakken. En eerlijk, dat toch ook vooral. Hij was meteen van wal gestoken en had zonder Bruno de kans te geven er tussen te komen meteen gezegd dat hij zich achtereenvolgens prettig verrast, charmant overvallen, aangenaam begeerd maar uiteindelijk ook zeer verward en eindeloos droevig had gevoeld en dat hij Bruno een hele aardige en knappe (snelle draai toch van Bruno’s inmiddels gebogen hoofd in zijn richting) vent vond, maar dat hij baalde van zichzelf dat hij het zover had laten komen en dat dat anders niet gebeurd zou zijn.

Omdat hij heel gelukkig was met Tom, zeer verliefd nog zelfs, en dat hij nu eenmaal geen type was voor overspel. Bruno was gelukkig gentleman genoeg om zich te herinneren wat zijn rol in het geheel was geweest en zette zich over zijn toch – tegen beter weten in – ontstane hoopvolle gevoel bij een weerzien met Stijn heen, om zichzelf vervolgens uit te putten in woorden van oprecht gevoel, energie van het moment, de rol van drank en zijn spijt dat het zo was gelopen. Op de vraag of ze toch vooral actief vrienden konden blijven had Stijn tenslotte geantwoord dat ze het gewoon maar een beetje op zijn natuurlijke beloop moesten laten. Hij liet uiteindelijk op het terras een perfect gestylede jongeman achter, maar met doffe ogen en een ingezakt bier.

“Wat meer kan ik erover zeggen?”, zei Stijn en keek daarbij naar Sven, die naast hem stilstond voor hun koffietentje. “Nee, niks eigenlijk”, antwoordde deze na een paar seconden. “Dankjewel dat je het me zo eerlijk vertelt. Ik vind het heel rot voor jullie, of eigenlijk toch nog net iets rotter voor jou, want Bruno spreek ik nu ook weer niet zo heel veel en jou juist heel vaak – waar ik erg blij mee ben. Dit is mijn nieuwe leven; je studententijd vervaagt toch best snel merk ik…” Stijn staarde Sven even aan en zag dat hij wat nerveus op zijn lippen zat te kauwen (het houdt hem dus echt flink bezig, dacht hij dus gelijk). “Nee, goed gedaan… Maffe situatie ook eigenlijk…”, zei Sven. “Weet Tom het?” Op Stijns bevestiging klonk een opgeluchte zucht, waarbij Sven zijn hand op Stijns schouder legde terwijl hij de deur voor hem openhield. Waarop Stijn bij binnenkomst bijna direct Sebas omver liep, die met een speciaalbier en twee witte wijn op een blad boven zijn hoofd op weg was naar – wat iets later zou blijken – Tom, Marleen en Amély. “Je moet je ook niet zo aanstellen met dat blad boven je hoofd”, was Sven meteen weer ad rem, waarna Sebas direct riposteerde: “Ik moet de eigenaar vragen om de bar aan de andere kant een uitgang te geven!” Ze liepen met zijn drieën naar achteren naar de anderen. Na de nodige zoenen en bestellingen zaten ze even later – samen met Sebas – te kletsen over van alles en nog wat. Sebas meldde dat zijn opmerking over de ombouw van de bar niet zomaar een wilde uitroep was, maar dat er ook echt plannen waren voor een flinke ombouw van de zaak. “Oh, wordt de formule dan ook veranderd?”, vroeg Tom meteen, “Ik vind dit juist zo’n leuke combinatie van kroeg en koffie.” Sebas legde uit dat de eigenaar zijn oog had laten vallen op een transitie naar hippe koffiebar, gebaseerd op Scandinavisch design en aantrekkelijk voor ZZP’ers. “Och nee,” zei Marleen, “Niet hier ook al, en dan zeker ook nog met wisselkunst aan de muur van lokale jonge veelbelovende talenten en subtiel rondgestrooide boeken over verre Instagramwaardige reisbestemmingen zeker…” Sebas barstte in lachen uit en bevestigde dat, waarop allen begonnen te proesten. “Ja hoor eens, het mag hier dan een bruin café lijken, ik ben natuurlijk wel volleerd barista!”, voegde hij er met een knipoog aan toe. “Ik dacht eerder bierista!”, gilde Sven. “Dat is echt iets hoor”, zei Amély en keek hem geamuseerd aan. “Écht…?”, sprak Sven nog nahikkend. “We hebben trouwens nog een verrassing én een uitnodiging voor jullie!”, kwam Marleen ineens naar voren. Ze had direct ieders aandacht en het was Tom die zei: “Nee, het zal toch niet…?!?” “Nee, dat zal inderdaad niet,” zei Marleen meteen en keek hem met pretogen aan, “but close: Amély en ik varen mee op de bi-boot tijdens de Amsterdam Canal Pride! En we gaan er natuurlijk vanuit dat jullie ons komen aanmoedigen!