Aflevering 26

Aflevering 26

June 28, 2021 Off By admin
  1. Aflevering 23
  2. Aflevering 24
  3. Aflevering 25
  4. Aflevering 26
  5. Aflevering 27
  6. Aflevering 28
  7. Aflevering 29
  8. Aflevering 30
  9. Aflevering 31
  10. Aflevering 32
  11. Aflevering 33
  12. Aflevering 34
  13. Aflevering 35
  14. Aflevering 36
  15. Aflevering 37
  16. Aflevering 38
  17. Aflevering 39
  18. Aflevering 40
  19. Aflevering 41
  20. Aflevering 42
  21. Aflevering 43
  22. Aflevering 44

Een zesje vol met kwekkende Amerikanen, een zesje met een ‘kantoorstel’ met een fles wijn, oh gelukkig, een lege ‘cabine’. Stijn sloot de schuifdeur achter zich, liet zich bewust op de middelste stoel neerzakken en haalde eens diep adem. Zijn inschatting dat op deze donderdag voor Kerst de trein op dit uur idioot vol zou zitten en het slim zou zijn een ‘omzetting eerste klas’ te doen was een goede geweest. Maar hij had het nog niet gedacht of de deur ging open. In een reflex voorbereid op een medereiziger met een riekende grote friet speciaal keek hij blijkbaar verbaasd toen een tamelijk jonge, vrolijke en goeduitziende conducteur prompt zei: “Of stoor ik je in je gedachten?” Gevolgd door een grote grijns en een diepe zucht, terwijl hij schuin tegenover Stijn ging zitten, bij de deur.

——-

“HC K. Zwarthoed”. “Yup, that’s me! Kevin, hoi, niet in functie maar op weg naar huis. Of nou ja, altijd in service, maar niet op deze trein. Of nou ja, je snapt het wel. Toch?” “Ik denk het. (smile en rechterop gaan zittend:) Ook op weg naar het Zoete Zuiden?” “Graag. Ja dus. Waar zat je zo diep over na te denken? Of is dat een te persoonlijke vraag?” “Nee… nee, helemaal niet, fijn dat je het vraagt. Ik ben net voor het eerst sinds tijden weer eens bij mijn vader geweest nu mijn ouders uit elkaar zijn en mijn moeder een vriendin heeft. Ik had al nooit echt een ‘praatrelatie’ met mijn vader, en eigenlijk zou mijn beste vriendin meegaan, die hém ook al lang kent, maar die kon uiteindelijk niet door drukte op haar werk. Dus zijn we wat gaan wandelen door de wijk – om maar niet zwijgend tegenover elkaar te zitten – maar het enige duidelijke statement uit zijn mond was dat hij van mening was dat hij duidelijk iets verkeerd had gedaan, nu zijn vrouw bij hem weg was voor een vrouw en zijn enige zoon ver weg samenwoont met zijn vriend. Het klonkt zo zúúr, zo hard, zo nihilistisch…” Kevin had al die tijd zeer aandachtig geluisterd en zeker bij dat laatste zinnetje leek hij rechterop zijn te gaan zitten, of verbeeldde Stijn zich dat nou?

In dezelfde daas waarin hij eigenlijk al de hele week verkeerde liep hij van het station naar het Stadhuis, waar de laatste vergadering van het jaar zou plaatsvinden. ‘Zijn’ wethouder Edith was eindelijk weer terug – hoewel het overlijden van haar zieke moeder op zich nog veel langer had kunnen duren – en vanavond stonden er een paar belangrijke dossiers op de agenda, waardoor Stijn niet het hart had gehad weg te blijven. Hij haalde de benodigde spullen uit zijn kantoor en schoof aan bij de soepmaaltijd die altijd voorafgaand aan de Raad werd geserveerd. Gelukkig zag hij even geen directe collega’s, dus kon hij rustig doormijmeren over de ontmoeting met zijn vader en de goede vragen die Kevin daarover had gesteld. Zijn vader leek het als een soort persoonlijk verlies of zelfs falen van zijn kant op te nemen, waar hij geen reactie op had gehad. De verweesdheid van zijn vader had hem overvallen, net als de aanblik van het licht verslonsde huishouden in zijn ouderlijk huis. Zijn moeder had het gehad over een ‘goed gesprek’ en ‘acceptatie door zijn vader’, maar dat had hijzelf nog niet zo ervaren. Een bezoek aan zijn moeder zou er voor Kerst niet meer van komen, want die ging met Maria naar een yoga-retraite op de Azoren tot na Nieuwjaar. Dat had hij vanmiddag van zijn vader gehoord, terwijl hij dat zelf niet eens had geweten. Met terugwerkende kracht irriteerde hem dat een beetje, omdat hij zich nu in een soort loyaliteitsvraagstuk geplaatst zag. Hoewel zijn vader niet expliciet over de feestdagen had gesproken, had hij op de een of andere manier toch een soort schuldgevoel gevoeld. En van zijn moeder had hij eigenlijk, zo besefte hij nu – wel degelijk een soort van initiatief verwacht, gezien het ‘nieuwe contact’. Zouden kinderen van gescheiden ouders zich altijd zo voelen, vroeg hij zich af.

Net toen hij was opgestaan en de raadszaal in wilde lopen – met een stuk extra kerststol op zijn laptop – voelde hij een hand op zijn schouder. Edith keek hem dankbaar maar vermoeid aan en herhaalde nog maar eens dat ze het heel fijn vond dat hij en Tom zondag op haar verjaardag zouden komen. Ze had behoefte aan bekenden om zich heen, en Stijn voelde zich eigenlijk wel goed onder het wat persoonlijker contact dat in hun wethoudersteam was ontstaan, nadat Edith in het begin een stuk zakelijker en afstandelijker had gekeken dan Theo. Tom was welwillend maar verbaasd geweest over de uitnodiging en had plagerig uitgeroepen: “Wie is er nu in ‘s hemelsnaam jarig op 23 december, in al die drukte?” Edith knikte hem bemoedigend (of bemoederend, vroeg hij zich af) toe en fluisterde: “Hopen dat het geen ellenlange lijst van gedoe wordt op het quotum nieuwe sociale huurwoningen…”

Dat werd het wél, mede omdat ze op de plek van het te slopen voormalig cultureel centrum moesten komen, waarvoor nog steeds geen goed alternatief was gevonden. Hij had er geen seconde bij stilgestaan, maar in de pauze voelde hij bij de toiletten ineens twee handen in zijn zij en een zoen in zijn nek, want Tom kwam natuurlijk voor deze discussie voor een verslag in de krant. Tom nestelde zijn koude neus even diep in Stijns nek en fluisterde: “Ik heb je gemist, lekker ding.  Zullen we dit openbare toilet misbruiken om wat van Joris’ tips even te oefenen?” Op de opkomende verontruste blos van Stijn zei hij maar snel: “Geintje, dat doen we straks thuis wel, als ik dan nog leef – ik loop echt op mijn achterste benen. Morgen nog de kerstborrel van de krant, even volhouden Stijnie.” “En zondag het ‘feestje’ van Edith”, vulde Stijn aan. Tom kreunde klagerig en begroef zijn neus weer in Stijn terwijl hij onderwijl zijn greep op diens heupen nog eens versterkte.

Toen ze samen op de publieke tribune zaten – Stijn was niet meer direct nodig en kon altijd appen – zat Tom met name stiekem aan Stijn te friemelen en in zijn oor te fluisteren in plaats van op te letten op wat er nu met het cultureel centrum moest gebeuren. Hij zat afwisselend te klagen (“Ze hebben míjn beoogde stagiair doodleuk bij een andere titel geplaatst, blijf ik tot juli nog steeds in mijn eentje de hele cultuurredactie”) en lollig te doen (“Ik heb tante An vanmiddag bijna gewurgd trouwens, ze begon voordat ze naar Zwitserland vertrok over de grote doos met jouw naam erop – Stijn voelde bij deze woorden acuut een flinke erectie opkomen – en ik heb haar verteld dat het gewoon iets voor je werk was, waarop ze doodleuk zegt: “Nou neefje, ook zonde, een romantische kans gemist blijkbaar, echt een doos om uit te springen!”, kun je je voorstellen hoe ik toen keek?”). Stijn kon het zich levendig voorstellen. Toen hij zag dat de burgemeester ietwat verstoord hun kant opkeek, gaf hij zijn vriend een plagerige duw en vermaande hem om rechtop te gaan zitten en zijn werk te doen. Waarop Tom snel een priemende vinger in Stijns zij stak en deze – een schreeuw onderdrukkend – een schop teruggaf. Achter hen klonk zowel een geïrriteerde kuch als zacht gegiechel. Toen ze ‘s avonds samen in bed lagen na een stevige stoeipartij (waartoe Stijn zichzelf vooraf nooit in staat geacht zou hebben), vertelde Tom dat hij die middag nog even snel een koffie bij Sebas had gedaan en dat die verteld had met Kerst open te zullen zijn. Tom was direct op de hint ingesprongen en had voor Eerste Kerstdag de ‘Superlange Kerstbrunch XXL’ voor twee geboekt. En die avond zouden ze gaan dansen bij Koos in de Dancing Queen op het ‘Queer Kerstbal’, met een dan ongetwijfeld opgeluchte Marleen, die Amély voor Kerstnacht mee zou nemen naar haar familie in wat zei altijd noemde ‘die verdomde Ardennen’. Juist terwijl Stijn zichzelf weg voelde zakken ging zijn mobiel over. Hij pakte hem, keek op de display en mompelde: “Onbekend internationaal nummer??” Hij nam op, terwijl ze elkaar met opgetrokken wenkbrauwen aankeken. “Mr De Ridder?” “Yes?” “Will you accept a collect call from Mr Sven van Kerkhove?” Stijn zat meteen met bonkend hart rechtop in bed, terwijl Tom zijn rug werktuiglijk streelde. Na een klik kwam de stem van Sven. “Oh Stijn! Goddank! Het enige nummer dat ik me kon herinneren! Je moet me helpen!!”