Aflevering 30

Aflevering 30

June 28, 2021 Off By admin
  1. Aflevering 23
  2. Aflevering 24
  3. Aflevering 25
  4. Aflevering 26
  5. Aflevering 27
  6. Aflevering 28
  7. Aflevering 29
  8. Aflevering 30
  9. Aflevering 31
  10. Aflevering 32
  11. Aflevering 33
  12. Aflevering 34
  13. Aflevering 35
  14. Aflevering 36
  15. Aflevering 37
  16. Aflevering 38
  17. Aflevering 39
  18. Aflevering 40
  19. Aflevering 41
  20. Aflevering 42
  21. Aflevering 43
  22. Aflevering 44

“…en daarom denk ik ook dat er een motie van wantrouwen komt vanwege deze budgetplafonds op het sociaal domein, maar Edith is druk aan het overleggen of de fractie hetzelfde standpunt wil behouden om de coalitie niet te laten val–” Stijn hapte naar lucht en greep meteen naar het stuk stof dat voor zijn ogen was geslagen. “Bleu de Chanel!”, zei Sven met een klein lachje, waarbij hij zowat in de stoel naast Stijn viel. “Hier, ruik maar eens!” – hij gooide hem richting Marleen, die haar neus even in de sjaal stak, haar hoofd met een ruk wegtrok en riep: “Met wat gezonde jongenszweetlucht dan, blèh…!” Ze hield hem theatraal voor zich uit, maar had daar direct spijt van toen ze Sven met een frons en een rode kleur geschrokken terug zag kijken. Hij zuchtte eens diep en zakte nog dieper in zijn stoel, om vervolgens met een klein stemmetje te piepen: “Eerst lelijk, en nou stink ik ook nog…”

——

Sebas was aan komen lopen met een gin-tonic voor Sven en zette het zwierig voor hem op tafel. “Zo, jongeman, goed dat je er weer bent, de gin begon te roesten!” Direct daarop werd hij teruggeroepen naar de bar, en Stijn en Marleen zagen dat Sven geen enkele aanstalten maakte om een flinke teug uit zijn glas te nemen, wat doorgaans toch zijn gewoonte was. “Maar wat zei je nou net?”, zei Marleen, “‘Eerst lelijk…’, wat bedoel je daar nou mee?” Stijn zag hem lusteloos in zijn glas staren, hoorde hem ademhalen en gaan verzitten – rechtop ditmaal. “Ik ben lelijk.”

Marleen fronste nadrukkelijk en keek met een vraagteken boven haar hoofd naar Stijn. “Je bent lélijk…?”, zei die meteen. “Ja, lelijk.” Hij zette nu toch het glas aan zijn lippen, nam een slokje, trok een zuur gezicht en zette het met een afkeurend mondje een eind verderop. “Ik heb vanmiddag eindeloos op Instagram zitten scrollen en gekeken naar zo’n beetje alle jongens die ik volg. En ze zijn allemaal zo drop-dead gorgeous; gespierd, mooie lach, flawless en ze hebben allemaal die … sexy vibe…! Ik daarentegen heb in de afgelopen twee weken tien dates gehad, waarvan er drie ‘het bij een drankje wilden houden, erg gezellig maar sorry je bent mijn type niet’ (jengelde hij op een plaatsvervangend zeurtoontje), er één überhaupt niet op kwam dagen, twee nog ‘best een keer wilden afspreken’ maar van wie ik niks meer heb gehoord, en van wie ik er maar met vier seks heb gehad! Waarvan er maar eentje de moeite nam om mij ook nog te laten genieten en de andere drie me gewoon in hoog tempo hebben volgegooid en afgetankt.” Stijn zat bij het horen van al deze details met zijn tanden op elkaar te klakken terwijl er een grimas op zijn gezicht ontstond. Ondertussen keek Marleen hem – voor haar doen – licht verbouwereerd aan, maar wist toch iets te zeggen: “Lijkt me al met al voor tien dagen niet zo’n slechte score, anders.”

“Echt wel”, reageerde Sven meteen, “Als ik dat vergelijk met de verhalen van mijn studievrienden is dit te beschamend om zelfs maar te vertellen! Eén op tien! Vier op tien, vooruit. Ik snap het ook wel… Ik ben gewoon niet geil, niet ‘lekker’, ik heb die sex-vibe gewoon niet. Ik zou mezelf ook niet doen. Te klein, wallen van hier tot Tokyo – zelfs met concealer, geen six-pack ondanks al dat k*t-sporten, love handles, geen mooie volle kont, veel te veel haar. Getver, ik walg er zelf ook van. Ik ben gewoon lelijk. Punt. Ik stop met daten.” Hij liet zijn hoofd voorover op zijn handen en zijn sjaal vallen en begon vervolgens hartverscheurend te huilen. Marleen stond resoluut op, schoof de stoel naast Sven naar achteren, nam erop plaats, pakte stevig doch liefdevol Svens schouders en hoofd met twee handen vast, draaide hem naar zichzelf toe en keek hem nadrukkelijk aan. “Lieve Sven, je bent NIET lelijk. Wil je dat alsjeblieft nóóit meer zeggen? Je bent één van de knapste gays, jongemannen sowieso, die ik kén! Je bent één van de hotste guys in town.” “Neeeeeehooooor”, jammerde Sven nu zo hard dat de laatste gasten van deze woensdag-namiddag opkeken en Sebas kwam toesnellen, “Ik ga al mijn spaargeld investeren in plastische chirurgie! Ik zie eruit als Professor Perkamentus! Ik laat me ombouwen tot Ansel Elgort, niks houdt me nog tegen! Alle jongens zullen me willen!”Sebas keek verontrust naar Marleen, die haar linkerhand nu maar op de schokkende voorovergebogen rug van Sven had gelegd.

Nog geen uur later zat Stijn in het zaaltje van het COC, nadat Marleen had beloofd Sven naar huis te brengen. Hij had op de fiets zitten nadenken over wat zijn beste vriend allemaal gezegd had. Hij was geschrokken dat deze zijn voornemens om enorm te gaan daten ook had uitgevoerd, en dat dat tot dit desastreuze resultaat had geleid. Zelf had hij het veel te druk gehad met Tom, die nog steeds voornamelijk in bed lag en nu ook door de huisarts met een burn-out was gediagnosticeerd. Hij voelde zich tekortschieten in zijn vriendschap richting Sven, maar bedacht zich ook dat Tom en hij hem nog maar een paar weken geleden hadden opgehaald uit Italië na die verkrachtingsellende. En nu zat hij dan klaar om een sessie te begeleiden (zónder Sven dus, die toch altijd net iets soepeler de groep tot wat diepere gesprekken wist aan te zetten) met als onderwerp ‘Hoe identificeer ik me eigenlijk?’ De groep was tot zijn verbazing gedurende het seizoen alleen maar groter geworden en er was niemand afgevallen (wat schijnbaar meestal wél gebeurde), en door het wegvallen van de groepsbegeleider senioren waren al díe deelnemers ook bij zijn groep gevoegd, aangezien het stomtoevallig dit jaar ook alleen maar mannen wáren.  Nu hij rondkeek naar de zesentwintig afwachtende blikken, kreeg hij het ineens benauwd. Gelukkig kon hij meteen het rondje ‘update’ in gang zetten, wat nu ook een aanvullende kennismaking kon zijn.

Bij de eerste ‘senior’ die aan bod kwam was het gelijk raak. Harald vroeg of hij in zijn kennismaking meteen het thema van de avond mocht meenemen, en vertelde dat hij zich steeds minder thuis voelde bij het label ‘mannelijk. Dat dat zijn hele leven al zo was geweest, dat hij vroeger al op school werd uitgescholden voor mietje, dat hij zich altijd prettiger had gevoeld bij de meiden in plaats van bij de jongens. Dat hij zijn overleden vrouw zeker wel had liefgehad maar dat het op intiem vlak altijd wat moeizaam liep, dat ze desondanks twee prachtige dochters hadden mogen krijgen, maar dat hij de laatste jaren eigenlijk niet meer wist wat hij nu eigenlijk voelde. Rogier, één van zijn vaste groepsgenoten, zag Stijn kennelijk worstelen met een mogelijke reactie en nam het woord. “Heb je je weleens vrouwenkleding gedragen, of heb je je dat weleens voorgesteld? Of is dat een té confronterende vraag?” “Nee, ik ben blij dat je het vraagt… Ik heb inderdaad weleens in het geniep vrouwenkleren aangetrokken – van mijn vrouw als ze een weekeindje weg was met vriendinnen – maar dat deed me niet zoveel. Ik vroeg het me namelijk ook af of ik dat fijn zou vinden, maar dat heb ik na een paar keer gelaten voor wat het was. Ik voelde me altijd best mannelijk… of dat dácht ik toch tenminste… maar ik kon nooit meepraten met andere mannen op verjaardagen of bij sport of op het werk… Al die macho-dingen interesseerden me gewoon niet. En nog steeds niet. Maar ik dacht altijd te voelen op de achtergrond dat ik misschien homo was. En nu pas ben ik naar deze avonden gekomen. En ik ben al 67, moet je nagaan.” “Nou, dat maakt weinig uit denk ik”, zei Stijn nu, “Maar mag ik in aanvulling vragen of u (“Zeg alsjeblieft jij hoor”), sorry, jij, al eens seks hebt gehad met een man?” “Natuurlijk. Ja, dat heb ik nu drie keer geprobeerd, maar dat vond ik eigenlijk helemaal niet zo fijn. Of lekker.” De groepsleden keken elkaar aan en begonnen onderling wat te overleggen. Harald werd vanaf dat punt bestookt met vragen en suggesties, waarbij Stijn definitief het overzicht en de regie over de bijeenkomst verloor en zo’n beetje de hele ‘regenboog-lettersoep’ voorbijkwam, van transgender, genderqueer tot aseksueel. Toen de tijd al een kwartier was verstreken, beëindigde hij de sessie met de opmerking dat ze er de volgende keer uitgebreid over door zouden spreken en dat het thema duidelijk een goed en nuttig gespreksonderwerp was. En in gedachten maakte hij een notitie dat hij intern snel aan kennis moest zien te komen.

Na een nacht vol gepieker en halve dromen, onrustig gewoel van Tom naast hem en een irritante, terugkerende volle blaas was Stijn de volgende ochtend brak aan de drukke donderdag op het Stadhuis begonnen. Zijn wethouder Edith was de hele dag van hot naar her aan het rennen ter voorbereiding op de raadsvergadering van die avond en de aangekondigde motie, waardoor Jolanda de hele dag non-stop aan de telefoon zat te overleggen en hijzelf de ene na de andere concept-memo zat op te stellen en door te sturen. Toen hij echter net zijn boeltje wilde pakken om naar het gezamenlijk eten voor de vergadering uit te gaan, kwam Edith binnen met in haar kielzog … Laurens. “Hey kerel”, zei hij, “Strikte orders: ik kom je meenemen.” Hij glimlachte bemoedigend en keek naar Edith. “Verrassing! Ja, niet van mij hoor”, rebbelde ze er snel achteraan. “Niet zo bezorgd kijken, hier komt het allemaal goed: het gevaar van de motie is zojuist afgewend. Jolanda zal aantekeningen maken. Je hebt geluk, anders had ik dit hele plan misschien moeten torpederen…”, zei ze met een knipoog naar Stijn. Deze had amper geknipperd met zijn vermoeide ogen terwijl dit alles zich voor zijn rood aangelopen neus had voltrokken, en hij keek nu suf in de richting van Laurens. “Kom, je kent mijn zoon: ongeduldig en krijgt graag zijn zin!” De rest moest lachen, waarna Stijn werd meegevoerd aan zijn schouder. “Wel genieten hè!”, riep Edith hem nog na.

Eenmaal in de auto wist hij uiteindelijk uit te brengen: “Jouw zoon, die inderdaad zijn plannen doorgaans niet graag verstoord ziet, ligt met een burn-out in bed. …Toch?” Laurens legde een geruststellende hand op Stijns knie. “Niet helemaal. Niet helemaal. Hij heeft zijn oude vader weer eens voor zijn karretje weten te spannen.” Hij bulderde nu zijn lach door de auto en keek geamuseerd opzij. “Nou ja, als specialist heb ik het maar goedgekeurd, omdat ik het zo’n geweldig lief plan vond.” Hij knipoogde naar Stijn. “En omdat ik anders bovendien niet alleen een kwade zoon, maar ook een kwade vrouw en dochter had gehad!” Weer bulderde hij door de auto. “Wij zijn eigenlijk de lijdende voorwerpen, Stijn. In dit hele verhaal. Schept toch wel een band, vind je niet?” Stijn keek nu met grote ogen geamuseerd naar zijn schoonvader, zoals hij Laurens steeds vaker was gaan noemen. “Maar ik zou in dit geval best met je willen ruilen. Bij wijze van spreken.” Twee steden verderop had Laurens hem afgezet bij een stoplicht op wat leek op een soort binnen-ringweg. Met enkele kleine aanwijzingen in zijn hoofd stapte hij vervolgens een pand binnen, waar hij meteen welkom werd geheten door een hartelijke receptioniste. “Meneer De Ridder?” Op zijn knikken gaf ze hem een soort creditkaart aan en zei met een glimlach om haar mond “Kamer 308. Fijne avond!” Toen Stijn de deur had opengedaan, weer had gesloten en via een gangetje in de kamer stond, zag hij op een opengeslagen bed Tom zitten, omringd door waxinelichtjes en met een roos overdwars in zijn mond. Die haalde hij snel uit zijn mond, en met een zachte glimlach en dito stem sprak hij: “Happy Valentine’s, lieverd!”