Aflevering 38

Aflevering 38

June 29, 2021 Off By admin
  1. Aflevering 23
  2. Aflevering 24
  3. Aflevering 25
  4. Aflevering 26
  5. Aflevering 27
  6. Aflevering 28
  7. Aflevering 29
  8. Aflevering 30
  9. Aflevering 31
  10. Aflevering 32
  11. Aflevering 33
  12. Aflevering 34
  13. Aflevering 35
  14. Aflevering 36
  15. Aflevering 37
  16. Aflevering 38
  17. Aflevering 39
  18. Aflevering 40
  19. Aflevering 41
  20. Aflevering 42
  21. Aflevering 43
  22. Aflevering 44

“Ik kom, als u het goed vindt, toch maar gewoon even op het randje bij u zitten”, sprak de jongeman die ze deze week al zo vaak hadden gesproken. Stijn zag dat er een paar druppels zweet op zijn voorhoofd parelden en dat hij een klein zenuwtrekje bij zijn linkerooghoek had. So wie so waren hem de afgelopen dagen eigenlijk alleen maar hele kleine dingen opgevallen. De staart van Sisi die niet omhoog had gestaan bij het rondlopen door het huis, het blauwe bloempje links van de voordeur dat de warmte en het noodweer had overleefd en de diep afgebeten rechterduimnagel van Marije. De rest had zich voltrokken in een soort van waas, alsof hij van achter matglas zag hoe met name Tom zich met verbazingwekkende kracht door al het regelwerk had heengewerkt, samen met Laurens. Hij kon het ook nu niet aan om naar rechts te kijken, naar hoe ze daar samen zaten, met aan de andere kant Els, Marije en Dieck. Maar hij voelde Toms hand, die krachtig om zijn eigen hand sloot. De jongeman was daadwerkelijk op de rand van… (ja, hoe noem je dat eigenlijk, vroeg hij zich af)… de verhoging voorin de zaal gaan zitten, vlak tegenover hem. “Ik heb dit zelf ook nog niet op deze manier meegemaakt”, fluisterde hij, “Ook al ben ik al zes jaar uitvaartondernemer… Maar dit is wat uw zus en tante echt wilde, begrijp ik.”

——-

Ze hadden de nacht na de Utrecht Canal Pride een gat in de dag geslapen en gevreeën. Het was zondag, ze waren lang blijven hangen op één van de after parties, hadden behoorlijk wat gedronken en nog maar nét de laatste trein naar huis gehaald. Tom was van mening geweest dat hun act van Roze Zaterdag beter was geweest dan alles wat ze gezien hadden, hoewel Sven die éne jongen op die éne boot zo geweldig vond (hij noemde er minstens vijf verschillende, had Stijn stiekem gedacht en had hartelijk om de hongerige graagte van zijn beste vriend gelachen, en ook op de plagerig verontwaardigde tik die Joris aan Sven had uitgedeeld) en Marleen en Amély de ‘intersekse-boot’ op nummer 1 hadden gezet. Zelf was hij echter compleet onder de indruk geweest – en enorm verrast – door een drag-zangperformance op de laatste boten. Het was Kevin geweest, de conducteur van Trainbow die hij in de trein had gesproken. Ondanks de fantastische metamorfose had hij hem direct herkend, omdat ze aan de laagste kade bij één van de werfkelders hadden gezeten. Kevin had hem nota bene ook herkend en had Stijn een duidelijke lucht-kuszoen doen toekomen, waarop hij door zijn vrienden vol uitgelaten bewondering was toegejoeld. Pas in de trein terug was het weer ter sprake gekomen en toen had hij verteld dat het echte herkenning was geweest en geen standaard onderdeel van de act. Joris had hem waarderend-bewonderend toegeknikt, zoals alleen hij dat kon.

Maar net toen Stijn voor Tom de douche in wilde glippen en hij daarin bijna werd verhinderd omdat zijn vriend een duik nam en hem vanaf het bed bij zijn benen wist te grijpen, waarna ze in een woeste lach- en worstelbui terecht waren gekomen, ging de deurbel. Tweemaal twee keer, zoals Els en Laurens dat deden (de hoogst enkele keer dat het gebeurde en ze niet méé waren gekomen of ze al hadden geappt). Tom was acuut gestopt met lachen, was overeind geschoten en had een t-shirt van de stoel gegrepen. “Wat nou dan?” Toen Stijn even later op ze stond te wachten bij hun eettafel zag hij Tom naar binnen lopen met een vraagteken op zijn gezicht en een kort ophalen van zijn schouders. Voor hij naar ze toe had kunnen lopen om ze hartelijk te begroeten, had hij al door dat er iets niet normaal was en had Laurens gezegd dat ze allemaal even aan tafel moesten gaan zitten. Stijn zag nu duidelijk dat zijn ‘schoonouders’ allebei wit zagen en flinke kringen onder hun ogen hadden. “Jongens, ik, we moeten iets vervelend en heel treurigs met jullie bespreken. Sorry dat we jullie overvallen, maar dit leek ons de beste manier… We hebben het zelf gisteravond gehoord, maar wilden jullie niet uit Utrecht wegrukken of iets dergelijks. Dat maakt namelijk toch niet uit… Of hoe zeg je dat…” Stijn zag nu een traan uit Laurens’ vochtige ogen biggelen. “An is gisteren overleden. Verongelukt in Lausanne, bij een stom verkeersongeluk.”

Achteraf had Stijn zich niet meer goed kunnen herinneren wat er toen precies verder gebeurd was, maar hij had wel heel helder op zijn net- en trommelvlies staan hoe Tom met een enorme schreeuw voorover op de tafel geklapt was. Els was in dezelfde houding half over haar zoon heen gevallen als in een beschermende reflex. Laurens was meteen achter Stijn komen staan, maar dat wist hij niet zeker meer. Ook hoelang ze daar zo gestaan en gezeten hadden wist hij niet meer. Het volgende beeld was dat ze met Jasper – want zo had de begrafenisondernemer geheten – om dezelfde eettafel hadden gezeten op maandagochtend. Intussen was er door hem al van alles geregeld, want tja, Tante An was een Nederlandse die overleden was in Zwitserland en dan ook nog bij een ongeluk. Hij had Toms ouders zaterdagavond laat al geholpen, nadat die het nieuws van de Zwitserse politie te horen hadden gekregen vanwege de informatie voorin haar agenda (ouderwets, had Stijn nog gedacht, weer zo’n klein dingetje dat wél was blijven hangen).

Jasper was de zoon van dorpsgenoten van Laurens en Els en dus snel gevonden en ingeschakeld. Hun overbuurman was bovendien notaris, dus dat had flink wat schot in de zaak gebracht. Tom herinnerde zich dat hij (naar aanleiding van een artikel dat hij ooit schreef voor de krant) zijn tante nadrukkelijk had horen zeggen dat ze een levenstestament zou opstellen, maar haar huisarts bleek daar maandagochtend vroeg bij navraag niks van te weten. Met flink zoeken in tantes deel van het huis (wat hun zwaar was gevallen) was het echter toch boven water gekomen. De inhoud had hen allemaal verrast en toch ergens ook weer helemaal niet. Het document had in tweevoud klaargelegen maar dus nooit een weg gevonden naar de huisarts. Het was wél ondertekend, en dus een goede leidraad voor het uitvoeren van haar wensen. Tom had het aan het eind van die maandagochtend aan de rest voorgelezen, balancerend tussen snikken en glimlachen. Het was ook echt iets wat alleen ‘tante’ had kunnen opschrijven: “Lieverds! Ik geloof niet in de dood. 😉 Veel te belastend. Ik heb interessantere en vooral léukere dingen te doen! Echter, mocht ik doodgaan en jullie daarmee moeten opzadelen, dan zijn mijn wensen simpel. Géén gedoe! Verbranden, geen mensen en geen toestanden en gewoon doorgaan met ademhalen alsjeblieft. Ik heb een prima leven gehad, vergeet dat niet. Schenk maar een goed glas in en ga weg voordat de oven opgestookt wordt! 🙂 Verder komt het allemaal wel goed. Liefs, An.” Na een stilte van zeker een minuut was Laurens opgestaan, naar beneden gegaan toen hij weer boven was had hij twee flessen champagne en glazen van tante bij zich. “Zo ken ik mijn zuster. Dus zo zullen we het doen. Blijven ademhalen. Met een goed glas.” En nu ze op een rijtje in een verder lege aula zaten, met Jasper dus nadrukkelijk dichtbij en niet als een stijve ceremoniemeester, voltrok zich dezelfde scène: Laurens die opstond en heel casual op de rand van de verhoging glazen volschonk. Het restje goot hij onder goedkeurende blikken over het stuk kist dat het naar hun toe gericht stond. “Dat zou ze vast zonde hebben gevonden”, lachte hij, “’Nee broer, dan brandt het niet meer, kom ik nog in een soort tussenvuur!’” Zijn stem deed die van tante na, wat hun allen een lach van herkenning gaf. Juist toen ze een toast wilden uitbrengen zag Stijn ineens Jasper met verbaasde blik over hem heen naar achter in de zaal kijken. Toen ze zich allemaal hadden omgedraaid zagen ze een keurige man staan, met stijlvolle kleren en een hoed in de hand. Ze hoorden een duidelijk Frans accent zeggen: “So sorry to disturb, but is this perhaps the ceremony for Angélique Brandt?”