
Aflevering 55
“Koud en nevelig.” Tom draaide zich om, keek naar het sippe gezicht van Stijn bij dit antwoord en dook terug naast hem onder het dekbed. “Whaaahh, je hebt nú al koude handen en benen! Ga weg, engerd!” Hierop probeerde Tom zich uiteraard helemaal om hem heen te wikkelen, wat een enorm gespartel gaf en waardoor het dekbed natuurlijk bijna helemaal van hun allebéí afgleed. “Hier, heb je nou je zin? Alles en iedereen koud. Bruut. Ik word gemarteld in mijn eigen bed. Heelllppp? Iemand? Mijn koude vriendje bevriest mij!” “Dat heet cryolise en is toevallig hartstikke modern en Hof-verantwoord en nog reteduur ook. En dat krijg jij allemaal gratis, liefdevol bezorgd in je hoogsteigen prinsenbedje. Wees blij dat ik je geen factuur stuur!” “Pfff. Dát kwam er allemaal wel weer héél vlot uit, zeker redacteur ofzo?” Maar door al het gewoel en gedoe had Stijn het dan toch warm gekregen, en hij draaide zich om.

“Wat ik me net voor het slapen gaan nog wel lag af te vragen: waarom eindigt Sinterklaas bij ons áltijd met een gewonde? Hoe krijgt Edith het voor elkaar om net na sluiting en uitgerekend bij de laatste keer van dat podium afstappen mís te stappen en bovenop haar pols te vallen?” “Als je het zo zegt klinkt het wel heel filmisch inderdaad. En dramatisch. Ik ben eigenlijk wel blij dat het niet gebeurd is met een hoop kids voor haar neus, anders hadden die een trauma voor het leven opgelopen. Wat denk je, zou ze het expres gedaan hebben, zodat Victor nu lekker voor haar kan zorgen?” Op zijn gemeen-lachende smile barstten ze allebei in lachen uit. “Dat is meer een Tante An-actie. En bovendien kan hij nog niet echt zorgen, want ze ligt nog zeker een week in het ziekenhuis.” “Wat denk je, zou ze bij Bart liggen?” En, na een korte stilte: “Zullen we die ook aan onze relatie toevoegen?” Tom was na die woorden meteen plagerig uit bed gestapt, waardoor het kussen hem alleen tegen zijn billen vloog. “Wie wordt hier nu aangevallen? En kijk, Tante hoort alles, want er komt al een bedmaatje voor me invallen.” En hij tilde Sisi op het dekbed, waar ze meteen in een holletje tegen Stijn aan ging liggen. “Ik ga joggen, zie je later!”
——-
Fris gedoucht stapte Stijn de studio binnen, waar meteen Oliver lekker op zijn schoot kwam zitten. Die wees op de tablet op het bureau en maakte heel duidelijk dat daarop nog iets bekeken moest worden. Binnen een paar seconden zaten ze samen in Soundtouch een hele boerderij te bekijken en aan te wijzen. Bij het geluid van de dieren kraaide Oliver het steeds uit van plezier en deden ze met zijn drieën het geluid na. “Bizar is dat,” zei Marleen, “hoe het een tweede natuur wordt om precies te weten wat hij doet, hoe hij reageert en vooral ook hoe je zelf in een peuter-brabbeltaaltje gaat meepraten de hele tijd. Probleem is dat je dat dan ook echt overál gaat doen als je niet oppast, van in de slaapkamer tot bij de bakker.” Stijn kon dat beamen, want hij had zelf ook die neiging, wat hem op vreemde blikken was komen te staan bij de oudere kids die naar de Sint waren komen kijken. Zes- tot achtjarigen waren al heel gevoelig voor hoe serieus ze genomen werden. “Tijn meer!” Oliver keek schuin naar hem op en wachtte tot hij weer leuk mee zou doen.
“Hij moet zodalijk even een fruithapje; ik heb net de volgende Sint-vlog af – die kan einde middag online. Ik ben zo blij dat we veel geschoten hebben bij de intocht en dat jullie nog een keer in pak wilden voor extra materiaal. Anders heb je als basis toch echt te weinig. Maar het is echt ongelooflijk hoeveel complimenten Amély van ouders krijgt in de reacties voor de verhaallijnen en spelletjes en suggesties! Ik had het na één vlog al niet meer geweten. Scheelt ook dat Rob onwijs goed kan filmen en dat we samen monteren. Hij zei dat het in de hele regio via de site van de krant goed bekeken wordt!” Marleen raapte wat spullen bij elkaar en kwam Oliver overnemen, toen ze vroeg: “Waren jullie gisteren nou naar Marie José in Zutphen? Ik kreeg net een appje van d’r dat ze jullie niet te pakken kon krijgen.” Voordat ze zijn rode kleur kon zien was ze al de trap naar boven opgelopen en had Stijn al geroepen dat hij haar nog iets zou laten weten. Want ja, dat ‘liegen’ werd wel steeds lastiger zo. Een bezoek aan Zutphen was op dat moment even de handigste smoes geweest, maar ze waren natuurlijk weer naar Bruno geweest. Bij de gedachte alleen kreeg Stijn een nog roder hoofd, een hogere hartslag, kriebels in zijn buik en een knellend kruis.
Ze hadden elkaar na het eerste bezoek in Toms ouderlijk huis nu driemaal gezien en het was ronduit… geweldig. Ze waren uit eten en naar een club geweest, ze hadden verschrikkelijk gelachen om van alles, eindeloos liggen praten met zijn drieën alsof ze elkaar al járen kenden en zeker ook echt héérlijke seks gehad. De eerste keer, de zondagavond na het hele Sinterklaasintocht-weekend, waren Tom en hij nogal moe aangekomen, maar de geilheid en warme liefde van Bruno had ze toch moeiteloos de halve nacht beziggehouden. Plus de volgende ochtend. Het mooie was dat er helemaal niets uitgelegd hoefde te worden, of gevraagd, of besproken. Ze voelden zich heel vrij om te doen waar ze zin in hadden en om te kijken hoe dat uitpakte. Stijn had geen enkele angst of jaloezie gevoeld – wat hij wel verwacht had – wanneer hij Tom en Bruno met elkaar bezig zag. Drie lijkt zo’n onhandig getal, maar op een of andere manier waren ze de hele tijd alledrie met elkaar bezig. Top of bottom, actiever of passiever, voor of achter of onder of boven: het bleek allemaal samen en dubbel en tegelijk en opnieuw te kunnen. Als midden van een treintje had Stijn ervaren als iets heel intiems én geils, waarover Bruno later had gezegd dat hij zo super zichzelf leek. Waarop Tom had bevestigd dat volgens hem dit alleen maar echt fijn kon zijn als je naast lust ook liefde voelde.
En terug naar huis, in de auto, had hij daar nog aan toegevoegd dat hij Bruno zo’n gentleman vond en hoe knap het was dat hij én zo respectvol omging met de liefde die er al tussen hun tweeën was én hoe hij daar heel speels en natuurlijk op invloeide. Stijn had het met de warmte van hun beider liefde in zijn lijf alleen maar volledig met zijn vriend eens kunnen zijn. Alleen zouden ze wel op korte termijn iets moeten doen aan de geheimzinnigheid rondom deze nieuwe liefde. Liegen of uitdraaien was toch al niet Stijns sterkste kant en bovendien leek het altijd wel of zijn vrienden dwars door hem heen konden kijken. Bij Marleen vanochtend had hij het al vervelend gevonden – hoewel ze nooit echt zou doorpushen, tenzij ze dacht dat er écht een probleem was – en net met Sven in de sportschool was het ook ongemakkelijk. Op de vraag “waar die grote smile toch vandaan kwam” had hij maar iets geprutteld van “gelukkig met de huidige situatie in zijn leven”, maar als een bloedhond was Sven via grapjes en vragen losgegaan om meer uit hem los te krijgen.
En dus zat hij nu dubbel uitgeput op de fiets naar het streekziekenhuis, waar Edith zich na lang aandringen van Victor toch maar had gemeld en was gebleken dat ze een gecompliceerde polsbreuk had opgelopen. Die vervolgens geopereerd was, wat extra moeilijk was geweest omdat ze eigenlijk te lang gewacht had. Voor zijn eerste bezoek had hij, behalve choco-kruidnoten (“alleen wit en melk”), de nieuwste van Nesbø en twee Starbucks skinny lattes, ook een tas vol stukken meegebracht omdat ze weigerde achterop te raken met haar werk. Eenmaal binnen bleek ze niet alleen op exact dezelfde kamer te liggen als waar Tom gelegen had, nog geen twee minuten nadat Stijn binnen was gelopen en met een halve vreugdekreet door Edith was begroet, kwam Bart binnen met nieuwe pijnmedicatie. “Hey Stijn, kijk nou! Jij kent ook iedereen! Wat is deze aardige dame van je?” Terwijl Edith “vlijer” mompelde, antwoordde Stijn droogjes: “Mijn baas.” Bart floot tussen zijn tanden, knipoogde naar allebei en liep weer de gang op.
Na drie kwartier liep Stijn over de gang richting lift, toen Bart hem met zijn mond vol uitnodigde om even in de personeelskamer te komen zitten. “Wlik mwill nje hatt fwertellûh!” Dus liet hij zich meevoeren naar de verder lege ruimte. Maar nog voordat Bart iets had kunnen zeggen ging er een piep, wees hij met volle mond op een stoel en een koffieautomaat en liep in draf naar de patiënt die blijkbaar een oproep had gedaan. Na drie minuten was hij echter al terug. “Ik doe in mijn eentje alle chirurgie, de rest staat op de Covid-cohort. Gelukkig quoteunquote is er bijna geen inhaalzorg nu. Maar, ik heb iets moois te vertellen. Ik ben verliefd!” Stijn was overdonderd door deze vertrouwelijke en vriendschappelijke ontboezeming, maar voordat hij iets kon zeggen ratelde Bart al verder. “En echt zo gaaf! Af en toe heeft een medisch psycholoog/seksuoloog vanuit het academisch waar Toms vader ook werkt hier een spreekuur. We raakten een keer aan de praat en ik vond hem zó leuk! Zacht, lief, maar ook krachtig – zowel als persoon als uiterlijk. En ik val niet zo op supermannelijk, en ik wist niet wat het was, maar Kim voelde precies goed. Veilig. Zichzelf. En nou hadden we een tweede date en toen heeft they me uitgelegd non-binair te zijn. En ik moest gelijk aan jou denken omdat jij aan het COC verbonden bent. Kim is overigens oké met zowel ‘they’ als met ‘hij’. Expressie is they nog verder aan het ontwikkelen, hij is echter niet dysfoor over zijn lijf. Maar is gewoon zichzelf. Zo gaaf. En ik ben nog nooit zó verliefd geweest!”
Weer klonk een piep, waarop Stijn een knuffelgebaar en zwaai gaf en gebaarde weg te moeten, en Bart zwaaide en liep snel op de knipperende lamp af. Tom liet een bewonderend-verbaasd fluitje horen toen hij het te horen kreeg. “Wat gaaf zeg. Nou, die zal dus niet aansluiten bij ons groepje. Wat me eraan herinnert: ik moest ook nog aan je denken omdat je bij het COC zit!” En voor Stijn het wist lag hij achterover op de eettafel en waren alle andere gedachten verdwenen.