
Aflevering 56
“Go easy on me.” Edith had de woorden nog niet uitgesproken of Sven klom op de stoel naast haar bed en riep theatraal: “She’s Got a Point, She Is an Icon, She’s a Legend and She Is the Moment!” Terwijl Stijn nog met open mond naar hem stond te kijken, kwam Bart binnen met medicijnen. “Gaat het een beetje, Wendy? De echte ster ligt in bed, zoals je zo poëtisch hebt bevestigd, dus turn down the diva, will you.” Hij haakte Sven plagerig in zijn knieholte, waardoor deze half over Bart heen tuimelde in een soort klunzige omhelzing. “Wat zei ik nou?” Hij stak zijn tong uit, waarop Sven een gebaar maakte of hij die af wilde gaan bijten. “Zeg, charmante cliniclown, even de patiënte verzorgen als je het niet erg vindt. Hoewel ik het idee heb dat jíj degene bent die aandacht tekort komt.” En terwijl Bart nu daadwerkelijk Ediths bloeddruk ging meten en ook haar temperatuur – met zo’n handig oording – zag Stijn zijn beste vriend omlaagzakken in de stoel waarop hij zojuist nog een hele show had gegeven. Een gemoedsomslag had zelden zo snel plaatsgevonden, hij zag zowaar een vochtige waas over Svens ogen trekken.
Het was afgelopen weken eigenlijk iedereen in de studio wel opgevallen dat Sven en Joris nou niet bepaald veel warmte uitstraalden, áls ze überhaupt al een keer samen aanwezig waren. Tom had al een keer voorzichtig bij Stijn geïnformeerd en zelfs Amély had tijdens haar oneindig knutselen aan de Sinterklaasvlogs gevraagd of er misschien iets met Joris aan de hand was. Maar niemand wist het antwoord, en Stijn had alleen maar stilletjes gehoopt dat zijn adviezen om wat meer lieve aandacht aan Joris te besteden en zich wat meer in te leven in de gevoelens van zijn vriend hun vruchten hadden afgeworpen.
Nu moesten ze toch echt wat zaken met Edith bespreken, want haar werk stapelde zich op door de extra ontsteking die ze in haar arm had gekregen – waardoor ze hier nu nog steeds lag. Zwetend en flink vermagerd, nu Stijn eens nader keek. Maar of de duvel ermee speelde draaide Bart zich om, liep lachend langs Sven, zonder de vochtige ogen te zien, en flapte er spontaan uit: “Als je aan één man niet genoeg hebt neem je er toch gewoon nog eentje bij, net als Casanova hier!” Stijn kon wel door de grond zakken en bovendien Bart wel vermoorden, want de vertrouwelijke gesprekken over hem en zijn Kim en over Tom, Bruno en Stijn zelf waren wel degelijk bedoeld geweest als zwaar vertrouwelijk. Edith leek het niet gehoord te hebben of deed gediplomeerd alsof, maar Sven bewoog zijn hoofd met een ruk naar Stijn.
——-
Maar blijkbaar was het drama in zijn eigen leven zo groot dat hij, na het uitvoerig overleg aan het ziekbed en een vluchtig afscheid van Stijn bij de kruising, in vliegende vaart was weggefietst richting Joris. Daar nog over nadenkend koerste Stijn zelf naar de Koffie Korner, waar het inmiddels vijf uur was geweest en dus sluitingstijd. Sebas had de houten lamellen dichtgedaan en het licht aan de voorkant uit, zodat controleurs niet het verkeerde idee konden krijgen. Hij lachte vermoeid op Stijns begroeting en ging verder met de afwas, terwijl Stijn achterin aan de grote tafel Tom en Victor aantrof met een bijna lege fles rode wijn tussen hen in. Victor gaf Stijn bijna vaderlijk een klapje op de schouder waar Tom zich gulzig overgaf aan een uitgebreide welkomstzoen. “Familie van zijn tante, dat is wel duidelijk. Ook zo’n heerlijk gepassioneerd persoon. Wat prachtig om te zien. Welkom jongen, wat zal ik jou eens pakken, dan kan Sebas even rustig doorgaan.” Met Victor op missie voor een rode port vertelde Stijn snel even wat de situatie met Sven was geweest. “En hij probeerde je niet eens uit te horen of zijn leven ervan afhing?!? Allemachtig, dan moeten de problemen wel serieus zijn. Ik bedacht me juist vanmiddag dat ik eigenlijk zo weinig weet van Joris. En ik kreeg het gevoel dat ik als moreel trekker van het bedrijf misschien tekort ben geschoten. En dat we in ieder geval op korte termijn een social moeten hebben als eindejaars-geste. Vind je niet?”
“Dat moet dan heel snel, of er moeten geen verdere maatregelen komen. Maar ja, leuk. En inderdaad, Joris is een beetje de schaduw in de ruimte, ik had vandaag dezelfde gedachte. Zelf is hij nogal zelfstandig en stil, en Sven is gek genoeg ook al niet zo scheutig met info.” Victor zette de port neer, opende nog een fles rood en het blijkbaar eerder gestarte gesprek over Zwitserland werd voortgezet. Stijn besloot daarop toch maar eens bij Sebas te gaan kijken. Die straalde ook niet echt vrolijkheid uit, en op een wat bezorgde blik vulde Sebas zijn vraag en gedachten al in. “Het is overdag druk nu, mensen zijn gespannen en Koos en ik hadden ruzie vanochtend.” Met een verklarend gebaar zonder woorden keek hij dus maar een beetje mistroostig terug, waarop Stijn zijn mond even opendeed en nadrukkelijk direct weer dichtdeed.
Nu Els en Laurens waren teruggekeerd uit Indonesië, na een verblijf dat weliswaar om vele redenen weken langer had geduurd dan gepland, was er geen mogelijkheid meer om Bruno daar te ontvangen. Dus ook dit weekend zouden ze weer naar hem toegaan, waarover hij overigens geen woord had vuilgemaakt. Integendeel, hij leek het geweldig te vinden om zijn prachtige appartement hoog boven de stad te kunnen delen met zijn lovers. De gastenparkeerplaats in de kelder was superhandig, en de ritjes in de lift helemaal naar boven spannend en opwindend. Ook nu weer kwam Bruno de boys beneden ophalen en stonden ze gelukzalig te glunderen en te zoenen en friemelen. Eenmaal boven, waar de deur van het appartement gewoon nog openstond, roken ze meteen de geur van zelfbereid eten. Een tot kwijlens toe aantrekkelijke kerriesoep stond op laag pitje klaar om genuttigd te worden, en een ovenschotel vol hartige geuren beloofde al ronddraaiend op het plateautje in de oven nog meer zaligs. Tom liep naar de soep om alvast even te proeven, waarop Bruno hem vanachteren omhelsde en speels bestrafte door hem zachtjes in beide tegels te knijpen. Het gilletje van Tom werd meteen gevolgd door een kreet van Bruno, omdat Stijn zijn nog koude linkerhand in zijn broek tegen zijn bil had laten glijden. Waardoor ze al snel weer in de vertrouwde vibe zaten en bovendien heerlijk gedrieën stonden te zoenen. “Eerst eten! Kinders, toe, gedraag je – allemaal hete pannen!” “Hete mannen zul je bedoelen”, reageerde Tom adrem. Bruno gaf hem een klets tegen zijn bil. “Stijn, hij sláát mij! Doe iets!” “Wees blij dat ik te ver weg stond, anders had je op beide billen een klets gehad.” Bruno schaterde het uit en serveerde vervolgens de kerriesoep. “Geil eten is helemaal in; het wordt dé hit van ’22, wedden?” “Een tantranus-kwelling, lekker dan”, besloot Tom. Het duurde vervolgens nog een flinke gierende lachbui voordat de kerrie hun lijven nóg verder kon verwarmen.
De volgende ochtend was het Stijn die als eerste wakker werd. Het duurde altijd even voor hij doorhad dat hij niet thuis was, en dat hij na het omrollen zijn hoofd op Bruno’s buik terugvond terwijl hij tegelijk Toms armen om zijn middel voelde sluiten, was ook nog steeds een verrassende sensatie. Hun slaappositie had zich natuurlijk aangediend en was niet meer gewijzigd en Stijn vond het eerlijk gezegd geweldig om degene te mogen zijn om in het midden te liggen. Wie had gedacht dat twee liefdes op deze manier harmonieus te verenigen waren, op een manier waar ze alledrie blij van werden. Bizar dan ook dat het nog steeds voelde als iets verbodens, iets wat eigenlijk niet hoort ofzo. Maar voordat hij er verdere gedachten aan kon wijden, werd de greep van achteren strakker en begon ook onder zijn kin duidelijk leven te ontstaan. Toen hij omhoogkeek zag hij de stralende ogen van Bruno bij een ontzettend lief warrig ochtendkapsel, en terwijl hij zijn hand naar beneden liet gaan bewoog hij zijn hoofd juist richting die prachtige lippen. Tom was begonnen met hele andere ochtendoefeningen, en zo rolden ze van het ene genot in het andere, om het na een uurtje onder de douche nog eens lichtjes over te doen. De moderne stortdouche met zijstralen uit de wand droeg alleen maar bij aan de verschillende mogelijkheden.
Eenmaal droog, in de kleren en met alle kapsels in model (en Stijn in Bruno’s nieuwe Floris van Bommels – dezelfde maat!) besloten ze te gaan brunchen in een groot grand café richting de haven. Ze bestelden een gemengd ontbijt voor drie, waardoor er na een minuut of twintig een zee aan heerlijkheden op tafel stond, van smoothies tot verse filterkoffie en van warme croissants tot quiche. Het leek wel of de horeca zich vanwege de lockdown extra uitsloofden op de lunch nu er geen diner was. De overige gasten vormden een bonte mix van jonge stelletjes, groepen studenten en vrienden, gezinnen met kinderen en seniore vriendinnen die ongetwijfeld hun bijpraat-museumbezoek combineerden met een gezamenlijke lunch. En het was natuurlijk precíés een dergelijk stel keurige dames bij wie het even keurige gekeuvel acuut stokte toen Bruno – precies tijdens het kort stilvallen van zowel rumoer als achtergrondmuziek – zei: “Ik móét het gewoon zeggen, ik hou van jullie!” Ze hadden er met zijn drieën en later met zijn tweeën nog enorm veel lol om gehad, zeker omdat de dame die in hun richting had gezeten, toen zij en haar vriendin opstonden, naar hen toe was gekomen, vervolgens naar Bruno was gelopen en zachtjes had gezegd: “Maar vlak uzelf niet uit, also quite a catch.”

Zo kwam het dan ook dat ze maandagochtend vrolijk de studio in kwamen lopen, waar echter een gespannen sfeer hing als een dik gordijn. Marleen keek met argwanende blik recht in de ogen van Stijn, met een blik die hij direct herkende als “vertel me nú hoe dit zit of ik maak het je heel moeilijk”, gevolgd door een knik met haar hoofd richting Sven en een blik die hij óók meteen heel goed begreep. Hij liep dus direct naar de voorovergebogen Sven toe, die bij lichtjes aan zijn schouders trekken niet stug bleek te zitten werken, maar zachtjes zat te huilen. Tom keek vanaf de andere kant bezorgd van Stijn naar Marleen. “Het is uuuiihhuiiiitttt”, sopte Sven in Stijns hoodie. “Wat is er, had hij dan toch een geheim, of zag hij het niet meer zitten…?” “Neeeheeeheeee! Ik hebb hehemm bedroohoogen.” Met zijn wenkbrauwen ver omhoog ving Stijn de boze ogen van Marleen.