
Aflevering 61
“Hij was híér…?!?” “Ja, twee keer zelfs deze week. Ik dacht dat jullie hadden afgesproken. Maar het was zo vreselijk druk steeds, het was beide keren rond de lunch. Je weet hoe het er hier dan uitziet. Ik ben dolblij dat Koos dan meestal wel even kan bijspringen, want ik weet niet hoe ik dat ooit gedaan heb – al die broodjes en salades tegelijk. Óf ik ben zelf trager geworden, óf mensen zijn tijdens de lockdowns ongeduldiger geworden – maar het lijkt wel alsof ik precies twee minuten op mezelf achterloop steeds. En ik draai ook wel twee keer lunch, omdat van de brunch tot de thee mensen eten bestellen tegenwoordig.” Opkijkend van het koffieapparaat stelde Sebas vast dat Stijn daar allemaal geen oren naar had nu, maar vooral meer wilde weten over Sven. Dus vervolgde hij over twee mondkapjes en het koffieapparaat heen: “Nou ja, eh, ja, hij was hier dus. Zat in zijn eentje aan dat tafeltje daar middenin tegen de muur. Een cappuccino geloof ik.”
“En hij zat daar maar gewoon? Wat deed hij dan? Ik weet namelijk helemaal van niks.” “Nee, dat begrijp ik nu ook. En jij was er natuurlijk helemaal niet. Dus, nee… inderdaad. Eh, ik geloof dat ie druk op zijn telefoon was. Maar ja, dat is iedereen tegenwoordig. Ik moet soms gebarentaal gebruiken of een hand tussen hun ogen en de laptop halen om hun aandacht te trekken.” Sebas sloeg zijn ogen ten hemel bij de gedachte. Maar probeerde meteen weer te focussen; niet alleen op het hartje in de koffie verkeerd, maar vooral op de bezorgde stem van Stijn. “Wacht, ik bel Koos wel even: die ziet dat soort dingen beter en onthoudt ze tenminste ook. Ga maar even lekker zitten, dan breng ik dit even weg en kom ik naar achteren met jouw chai en bel ik even, OK”
——-
Stijn zat nietsziend naar het terras te staren en ondertussen met zijn ene sneaker over de voorkant van de andere te wrijven, terwijl hij zijn onderlip naar buiten tuitte. Hij was hier heel relaxed binnengelopen om nog even rustig de krant te kunnen lezen voordat Tom en later Marie José zouden aanschuiven voor een afternoon tea. Maar nu zat zijn hoofd ineens vol vragen, nadat Sebas bij binnenkomst haast achteloos had gezegd Sven hier over de vloer te hebben gehad. Terwijl hij zelf al meermalen naar diens tante had gebeld, Joris had gevraagd of hij iets had gehoord en op het Stadhuis had geïnformeerd of hij zich had gemeld – maar nee hoor. Tom was ook wel bezorgd geweest maar toch iets minder en Bruno had eigenlijk een beetje korzelig gereageerd.
En zelf moest Stijn ook wel toegeven dat hij een lastpak van een beste vriend had (ja, dat toch wel, had hij bedacht), maar toch voelde hij een zwak voor hem en had hij steeds moeten denken aan het duistere verdriet dat van Sven had afgestraald toen ze hem na een ‘misbruik en roof-date’ hadden moeten ophalen uit Italië. Met die vrolijke puppyogen en die charmante smile liep hij steevast in zeven sloten tegelijk, en daarna zag je steeds een korte glimp van de kwetsbare persoon achter het masker. Althans, zo kwam het Stijn voor. De kwetsbare persoon die behoorlijk onzeker en ook nog steeds niet erg blij met zijn eigen lichaam was.

“Zo, allemachtig. Nou, iedereen even braaf rustig praten en eten en drinken.” Sebas wreef met de mouw van zijn opgerolde overhemd langs zijn bezwete lip en pakte zijn phone. “Hey lieverd! Wat…, ja dat gaat wel lukken denk ik, geen punt. Zeg, luister: ik heb Stijn hier en ik vertelde over Sven die hier geweest is. Jij was daar toch ook bij, die twee keer? Ja, precies. Dat vertelde ik ook. Nee, die weet dus van niks. Wat weet jij nog? Uhuh, ja, druk op zijn telefoon. Heel lang naar de WC? O echt? Allebéí de keren. OK. Helemaal niet gezien. – Wacht even…” Stijn had snel iets in zijn telefoon ingetypt en hield dat Sebas voor. “Was er toen ook een jonge Syrische man binnen? (…) Nou ja, voor zover je dat precies kunt zeggen inderdaad (gespeelde zucht richting Stijn). Ook naar het toilet, maar je weet het niet zeker. Ik herinner me zelf niemand die er zo uitzag en iets besteld heeft. Nee, okay, dank je, jij ook lief, tot straks!”
Sebas werd op zijn schouder getikt door een dame die zich verontschuldigde maar wilde betalen, dus Stijns uitbrekende zweet kon niemand zien. Ineens voelde hij echter zachte lippen in zijn hals en sprong hij bijna in de lucht. Tom legde meteen een hand op zijn schouder en vervolgens tegen zijn voorhoofd, terwijl hij zijn rugzak neerzette. “Hey, gaat het wel? Wat is er? Je zweet helemaal, voel je je ziek?” “Sven is hier geweest, en ik vermoed met Junaid.” “Oh dear.”
Een half uur later kwam een opgewekte Marie José door de Koffie Korner naar achteren lopen. “Hallo lieve mannen! O, wat goed dat hier lekker de bovenramen openstaan; wel fris maar we moeten blijven ventileren. Ik vind het voorin echt te warm, en dan al die mensen…” Sebas reikte met een grote cappuccino om haar heen en nam galant haar jas aan. “Ja, ik doe echt heel veel om de regels te volgen: QR scannen, er staat handgel en een doos mondmaskers, op tafel staat een kaartje met de regels… maar dan is het inderdaad zeker nog niet altijd perfect.” “O maar dat bedoelde ik niet eens lieverd. Hoewel je natuurlijk gelijk hebt, maar dat ligt meer aan de mensen die zich nergens aan houden. Nee, ik heb zelf gigantisch last van opvliegers. Vrouwengezeur.” “Ik haal een groot glas water met ijs voor je.”
Eenmaal gezeten had ze al snel door dat er iets aan de hand was, dus ze liet Stijn vertellen over het gedoe met Sven. “Aha.” Ze dacht na, waarbij ze van Stijn naar Tom keek en weer terug. “En wat doen jongemannen als ze een ongemakkelijk geheim hebben en er niet over willen praten of zich zelfs schamen?” Stijn voelde een rode kleur vanuit zijn hals omhoog kruipen naar zijn wangen. “Nee, niet bij jou joh, aan jou had ik geen kind!” Stijn dacht echter ineens aan hoe ze nog niets wist over Bruno, en alsof Tom dat aanvoelde gaf hij hem een zoen op zijn wang. “Nee, wat ik bedoel is dat ze dan een parallel-verhaal ontwikkelen om het andere toe te dekken en om het aan zichzelf te kunnen verkopen. Dus denk eens na: waar zijn jullie lang niet geweest?” “De gym!”, riep Stijn meteen. “OK, dan gaan we daarnaartoe.” Langs een verbaasde Sebas liepen ze in straffe pas naar buiten. “We komen terug voor de afternoon tea hoor!” “De sociaal werker komt in actie hoor”, zei Tom met een lachje in Stijns oor.
“Hey, jij weer terug hier?” (‘Och jee, de krullebol waar Sven meteen een oogje op had gehad toen ze hier waren begonnen’) “Yup, corona gooide mijn andere plannen in het water dus terug op het oude nest! Als je wat vaker zou komen had je het al geweten.” Hij stak zijn tong uit en Stijn voelde zich in een reflex schuldig over zijn weinige trainen, maar corrigeerde zichzelf door te bedenken dat hij het deed om zich lekkerder te voelen en niet om mee te doen in wat hij en Tom de ‘gay gym gunners’ waren gaan noemen. “Sven is er wel steeds, die is echt fanatiek aan het bulken.”
Hij keek een beetje peinzend in de verte langs ze heen. “Vind jij hem dat nou goed staan? Ik weet het niet hoor. Maar ja, hij is niet bij Tobias weg te slaan. En die is natuurlijk zó.” Het gebaar met zijn schouders was duidelijk genoeg. “Ik heb Tobias ook al meermalen gezegd dat ie niet moet overdrijven omdat hij anders als personal trainer starters afschrikt of intimideert. Maar wat een optocht, komen ze kijken naar hoe jij traint?” “Nee”, reageerde Marie José behendig, ik ben Stijns moeder en ik krijg een vervolgrondleiding door de stad. Dankjewel Jasper!” Eenmaal buiten keek ze triomfantelijk. “Nou, googelen maar: Tobias, personal trainer.” Tom was al druk met zijn duimen in de weer. “Tobias van Kessel, personal trainer. O, een eigen website zelfs. En een telefoonnummer. Verder alleen contactformulier.” “Straks maar eens even een slim appje typen dan”, zei Marie José terwijl ze weer achter het stuur van haar DS stapte. “Op naar de thee.”
Een reactie liet niet lang op zich wachten. “Hey Stijn! Dank voor je bericht. Ja, Sven heeft over je verteld. Ik vind het een wat apart verzoek, maar ik wil wel met je afspreken zonder dat ik dat aan Sven vertel. Over een verrassing denk ik graag mee. Hij woont pas erg kort bij me natuurlijk maar ik ben echt gek op hem en heb het gevoel dat ik hem al jaren ken. Waar spreken we af? Groetjes, Tobias.”
Met grote ogen van verbijstering keek Stijn naar Tom.