
Aflevering 62
“Er kijken wel érg veel mensen naar ons!”, schreeuwde Stijn in Toms oor. “En ik ben ook al zeker 20 keer in mijn kont geknepen. En dat alleen nog maar op dat eindje van de bar naar nu!” “Ja, zó heel vaak zien ze dat nou ook weer niet natuurlijk, drie van die mooie mannen bij elkaar!” “Hoe weten ze nou dat we bij elk– sorry, laat maar.” Tom keek hem in elkaar duikend, half-omdraaiend en groot grijnzend aan. “Het is subtiel, ik geef het toe, maar de gaydar van de mensen hier is gewoon razend scherp.” Stijn wilde hem hard kietelen, maar zag al voor zich hoe de vijf plastic bierglazen die zijn vriend vasthield over het hele gezelschap zouden tuimelen en hield zich dus in.
Eindelijk hadden ze de hoek van de tent bereikt waar Sebas, Koos en Bruno stonden. Terwijl die laatste niet-begrijpend naar Tom stond te gebaren richting de achterkant van de tent, was het Stijn die ineens begreep wat er bedoeld werd. Vanwege de voorschriften was de zijkant van de tent open en hadden ze voor de bar een heel stuk kunnen afsnijden door simpelweg even buitenom achter het podium langs over het plein te lopen. “Moet je nagaan hoe alleen al de illusie van een dichte tent een invloed op je brein heeft!”, schreeuwde hij dus in Bruno’s oor. “Misschien speelt het bier ook wel een rol?” Stijn voelde weer een kneep in zijn bil, maar deze voelde anders. Hij keek in het lachende gezicht van Bruno. Hij sloeg zijn ogen melodramatisch ten hemel.
——-
De hele tijd kwamen er mensen langs om even hun outfits te bewonderen. Of mensen, eigenlijk alleen groepjes giebelende meiden of gays op de versiertour. De gesprekken verliepen soepel en vrolijk, slechts af en toe viel een echte dronken vent half tegen een van hen aan. Ze hadden er met zijn allen een spel van gemaakt om cijfers te geven (met zijn vijven) en of ze er mee in bed zouden duiken (met z’n drieën). Koos en Sebas hadden graag vanavond een stad verderop willen kijken omdat ze de volgende avond een feest gaven in de Dancing Queen. Daar werd weliswaar al wat voorbereid voor de transformatie tot cultureel centrum, maar bouwbeheer en de brandweer hadden het pand goedgekeurd voor een indoor-carnavalsbal. Maar nu konden ze tenminste nog even zelf genieten van de eerste vasteloavend sinds eeuwen. Althans zo leek het.
Over 2020 had een onzekerheid gehangen en die editie bleek achteraf een start van de uitbraak in Nederland, en vorig jaar was gewoon niet doorgegaan. Ook nu was er geen live-act, maar de DJ’s voelden de sfeer goed aan en voor links en rechts had je Rob Kemps natuurlijk ook niet per se live nodig. Stijn merkte dat hij in tijden niet zoveel evenementenbier had gedronken en had in zijn achterhoofd het besef om veel water te drinken, echter zonder dit te doen. Gelukkig was hun Ruun de bob en voerde hij de rest steeds water uit grote flessen die hij net buiten om de hoek had gezet. Daardoor kon Stijn nog steeds genieten van de prachtige Oosterse prinsenpakken van Sebas en Koos.
Er kwam nu echter een stoere gozer aan gevolgd door wat vrienden, die meteen amicaal zijn armen om Tom en Bruno heen legde en zei graag met de drie musketiers op de foto te willen. “Hetero, jock”, fluisterde Bruno in Stijns oor. Hij schoof gewillig in de fotopose die ze hadden geoefend, waardoor de jongen tot zijn stomme verbazing ineens op de knie van Tom zat. Zijn vrienden begonnen te joelen, waarop de arme coolboy zich probeerde te redden met het verzoek om een zoen. Die kreeg hij. Weer gejoel. “Acht”, mimeden S&K. Ja, knikten T&B.
Het water had redelijk geholpen en Bruno had door enig onderzoek als ‘westerling bij carnaval’ begrepen dat er tussendoor – ook als ontbijt – een vette laag tussen moest. Toen hij naar de keuken strompelde rook hij dan ook al van ver de hamburgers. Eenmaal aan tafel kreeg hij direct drie gebakken eieren, bacon en worstjes voor zijn neus. Met een Radler om niet geheel af te kicken. Tom was blijkbaar onverstoorbaar eerst gaan joggen, wat hen allebei een hoofdschuddend schouderophalen ontlokte. ”En dat na al zijn inspanningen vannacht nog, die vent van ons lijkt wel een Duracell-konijntje. Trouwens, over maar dóórgaande mannen… Hoe ging dat nou met die Tobias?”
Stijn had geprobeerd de herinnering aan die bizarre en onaangename ontmoeting weg te drukken. Tom en hij hadden afgesproken hem in een grandcafé te ontmoeten. Daar hadden ze geprobeerd om de enorm gespierde en afgemeten en ijzig pratende Tobias te peilen voordat ze hem in vertrouwen wilden nemen over de problemen waarmee Sven worstelde. Achteraf had Tom waarschijnlijk gelijk gehad dat ze direct over de COC-kwestie hadden moeten beginnen. Maar Stijn was wat hakkelend over Jouad begonnen zonder diens naam te noemen en over dat Sven gezien was met hem in de Koffie Korner, waarop Tobias hem had onderbroken. “Aha. Jullie willen een klikverhaal aan mij geven over Sven. Goh. Hij had al verteld dat je hem had laten vallen als een baksteen en dat ik alles kon verwachten. Maar dit is het dus. Nou, momentje.” Hij pakte zijn telefoon en voordat Stijn ook maar kon protesteren haf hij duidelijk Sven aan de lijn en vroeg plompverloren of hij vreemdging met een minderjarige oosterse jongen. Vrij snel en overdreven klef hing hij op en keek weer vol kou hun kant op. “Nou, het antwoord is nee. Ik weet niet wat jullie probleem is, maar laat mijn vriend met rust, OK? Anders laat ik jullie niet met rust.” Hij had nog even intimiderend een stilte laten vallen en hen allebei recht aangekeken en was opgestaan en weggelopen.
Bruno liet zijn vetwinkel even voor ie was en liep naar Stijn voor een stevige hug. “Wat een loser is die voormalige maat van mij toch geworden. Jezus Stijn, die gast spoort gewoon niet en hij heeft duidelijk zijn eigen smokescreen story en eigen bodyguard geregeld. Idioot.” Tom was binnen komen lopen en begreep meteen wat er besproken was. “Ja, die gast is nu echt volslagen de weg kwijt. Niet meer aan denken voor nu.” Daar kwamen ze ook totaal niet meer aan toe, want vanaf het moment dat ze buitenkwamen werd hun aandacht opgeëist door Het Feest. Buren liepen mee richting de markt en onderweg kwamen ze al allerlei verklede mensen tegen, toeterende auto’s en versierde kinderfietsen en -karren. Eenmaal in de winkelstraat stuitten ze op een soort guerrilla vrijmarkt en kinderen die lekkers en feesttoeters en confetti verkochten. Het was weliswaar flink fris, maar de zon scheen en iedereen was dubbellagig aangekleed.
Terwijl Stijn en Bruno links en rechts alles kochten wat de kinderen aanboden, maakte Tom aantekeningen voor de krant en nam wat foto’s met zijn nieuwe iPhone 13. Overigens wilden bijna alle kinderen met hun drieën op de foto, waarvoor de steeds braaf hun Drie Musketiers-pose aannamen waarmee ze gisteren de coolboy nog hadden verrast. Het was duidelijk dat mensen blij waren weer iets te kunnen vieren, ondanks dat er geen live acts mogelijk waren en er geen stadsprins was en geen optocht.
“Ach, het heeft wel wat”, oordeelde Laurens, die zich met Els zoals afgesproken bij hen hadden gevoegd. “Nu moeten mensen zelf creatief zijn en de sfeer maken, en dat lijkt aardig te lukken. Ook op de fiets hier naartoe was de sfeer al zo ouderwets uitgelaten.” “Sterker nog, ik zou willen zeggen dat de sfeer bepaald uitgelaten was!” Bruno barstte in lachen uit, wat hem meteen populair maakte bij (zijn schoonouders?, vroeg Stijn zich peinzend af) Laurens en Els, die hem voor het eerst leerden kennen. “Ik las altijd Kuifje.” Waarop Janssen nummer 2 in Stijns oor fluisterde: “Als ze allemaal zo charmant en zo knap zijn zal ik het ook snappen als er een vierde en vijfde komen hoor.” “Nou zeg, Els, je klinkt als Tante An!” Op haar luide gelach keken de overige Musketiers en Janssen 1 verbaasd hun kant op.
Het werd een zeer sociale en gezellige middag in de grote tent en in de cafés. Als vanzelf ontstond er een kinderhoek op het kruispunt van Marktstraat, toiletten en bar, terwijl meer naar achteren bij het podium er volop geswingd kon worden bij steeds verschillende sets. Per decennium werden er hits aan elkaar gemixt, en bij ‘Bounce with it, pop with it’, ‘Gold’ en ‘Green Light’ gingen de boys én de girls (Marleen en Amély waren er inmiddels ook, als Wonder Woman and princess Zala) én Bart met zijn Kim (“dus ook een enby!”) compleet los. Laurens en Els keken vanaf een afstandje door het open doek lachend toe, met Oliver op de arm.
Regelmatig kwamen er COC-collega’s, werkcollega’s en bekenden naar hen toe om te vragen wie die bloedmooie derde Musketier wel was, waardoor het onbedoeld ook nog eens een ongedwongen, feestelijke coming-out werd. Slechts een paar mensen dachten dat het een grap was of leken het niet meteen te begrijpen, maar dat zou later slechts tot interessante gesprekken leiden, veronderstelde Stijn. Tom gaf bovendien aan dat hij het simpelweg door de eind- en beeldredactie zou laten opnemen in de rapportage. Wat alleen nog maar eenvoudiger zou worden toen ze aan het eind van de middag door wethouder van dienst Edith op het podium geroepen werden om de publieksprijs voor meest originele kleding in ontvangst te mogen nemen. Stralend stonden ze in de schijnwerpers, terwijl Edith de kans greep om een korte speech te houden over inclusiviteit en diversiteit, waarmee de coming-out wel compleet was. Aan het eind van de huldiging daagden ze het publiek verder uit door elkaar gedrieën een zoen te geven, wat kon rekenen op daverend applaus én veel gejoel – waarbij ongetwijfeld ook enkele negatieve tonen klonken.

Eenmaal aan tafel in de Dancing Queen, waar Sebas en Koos niet alleen alles hadden voorbereid voor het bal maar ook een maaltijd hadden geregeld voor de hele vriendenclub, zat Stijn tussen zijn Tom en Ruun, en hij voelde zich alsof hij zou opstijgen van pure liefde. Ook al kon het ook wederom het evenementenbier zijn natuurlijk.