
StijnZomer 6
“Ben je het kwijt nu?” Sufgeluld hing Stijn in zijn bureaustoel achterover, terwijl Sven woest pratend en gebarend steeds meer vanaf zijn zittende positie op het bureau over hem heen was komen hangen. “Als je nog een keer over me heen gaat nevelen tijdens een aanvullend betoog ga ik gewoon expres beweren dat de Monkey Pox wel degelijk een alleen tussen gays over te dragen ziekte is, alleen om je zodanig te verontwaardigen dat je op zult springen en me wat ruimte geeft.” “Ze maken er verdorie een SOA van, en dan ook nog één die alleen homo’s kunnen krijgen. Nou, we weten hoe dat stigma bij HIV de wereld heeft veroverd! Heel Nederland denkt nu nog steeds dat morgen bij de botenparade iedereen elkaar gaat infecteren, alsof het de markt in Wuhan is ofzo.” “Dat is ook discriminatie als je dat zo zegt”, wist Stijn er snel tussen te persen. Sven keek hem geërgerd aan nu zijn flow weer was onderbroken. “Maar dat je vindt dat Pride in deze vorm niet divers en inclusief genoeg is en meer lijkt op een extensie van Milkshake ben ik – nog steeds – wel met je eens. Maar er is nu toch een plan, opgesteld door een klankbordgroep en overgenomen door de gemeente Amsterdam?” “Pff, eerst zien.” “Maar wat zei je nou eerst zei over Instagram dat steeds meer Tik Tok wordt dat volg ik n–“ “Als je een gesprek beëindigt op een vaste lijn moet je wel goed ophangen”, zei Choumicha droog die net kwam binnenlopen. “Ik ben het overigens met je eens Sven, maar wil je niet mijn assistent onderkwatten? Hmm?” Lachend liep ze haar kantoor in.

“Ik ben overigens blij dat ik zulke betrokken en activistische teamleden heb getroffen!”, riep ze nog na. Stijn had een kleur gekregen van het feit dat ze het hele gesprek had kunnen meeluisteren en nam zich voor vanaf nu driedubbel extra iedere keer te checken dat de verbinding echt verbroken was. Toen ze weer de kamer binnenkwam – dit keer met een gele plastic map voor het ambtelijk overleg onderwijs – ging ze nadenkend naast Sven staan. “Dat Instagram veel op andere apps lijkt zegt me niet zoveel; wat ik echt bloedirritant vind is dat mijn hele netwerk me het gevoel geeft dat ik nóóit ergens bij ben. Dikke FOMO, weet je wel. Hoe doen die mensen dat?!? Ieder concert, ieder festival, iedere film, iedere Pride… mens, ik ben al blij als ik een keer een expositie zie voordat ie alweer voorbij is!” Sven ging maar weer op Stijns bureau zitten, maar zei niet zoveel. Hem kennende zat hij nu ook ‘dik in de FOMO’, dus bracht Stijn in dat JOMO het nu ook hélemaal was: joy of missing out. “Je hoeft ook niet overal bij te zijn of aan mee te doen toch? Is dat niet precies hoe we onszelf gek laten maken?” Choumicha keek naar Sven voor hulp en toen weer naar Stijn. “Jíj hebt makkelijk praten. Jij hebt twee mannen om je bezig te houden.” Ze trok haar schouders op en liep met een vileine grijns naar buiten, een bulderende Sven in haar kielzog. “Dat is hartstikke seksistisch!”, riep Stijn ze na, voor zijn doen tamelijk ad rem. “Blij dat je dat zelf ook inziet!”, was echter haar 10 pins-reactie.
——-
“We gaan nu niet meer naar Lausanne toch?” “Niet…?!?” “Nou, na zijn rol in ‘Marije-gate’ hoef ik die tronie van Victor echt heel even niet te zien.” “Vind je dat hij iets verkeerd heeft gedaan dan?” “Nou… mijn zuster onderdak verlenen met haar kind terwijl ze is weggerend bij haar man zonder het ook maar iemand te vertellen vind ik niet echt een verantwoordelijke actie. Jij wel?” Stijn schoof zijn resterende halve croissant over zijn ontbijtbord heen en weer, alsof het passende antwoord uit de afgevallen flinters zou moeten komen. “Hij dacht haar te helpen… en hij heeft toch ook al uitgebreid zijn inschattingsfout toegegeven en zijn excuses aangeboden? Bovendien weten we niet met welk verhaal Marije aankwam…” “Mmm. Dat is zo, maar toch vind ik het eerlijk gezegd maar raar.” Tom ging verzitten en zette een been op zijn stoel. “In ieder geval heb ik geen zin in Victor.”
“Maar Robin gaat mee! Die komt speciaal vanuit Salzburg omdat het dan niet te ver is en hij niet al te veel tijd heeft tussen die twee summer schools in waar hij les geeft.” Stijn zag zijn vriend lusteloos in zijn eigen kruimels roeren. “En Ruun kon ook al niet mee…” “Hij heeft ons toch al meegenomen naar Venetië? Hij heeft het nu eenmaal druk. Ik vind het juist ontzettend flexibel en lief van hem.” “Ja maar dan ben jij met Robin op stap of aan het praten; wat moet ik daar dan eigenlijk?” Het begon Stijn te dagen wat Tom nu eigenlijk dwarszat. Hij zou dan bijna automatisch wel met Victor moeten optrekken, hoewel nog niet duidelijk was of die er dan wel of niet zou zijn. “Wat mij eigenlijk veel meer dwarszit is dat we nooit echt aan een langere vakantie lijken toe te komen. Ik weet niet eens of me dat wel of niet zou bevallen.” “Het doet mij teveel denken aan eindeloos stoffig Frankrijk met mijn ouders.”

Edith liep met haar wijdgespreide en op en neer gaande armen als een op hol geslagen vlinder voor hen uit door het pand. “Kijk nou toch wat een mooi uitzicht!” Stijn keek door het hoge raam op de verdieping boven de nieuwe koffiebar uit over het aflopende pleintje voor het cultuurcluster. De renovatie was zo goed als klaar en Edith was officieel intern gepromoveerd van wethouder tot bestuurder-directeur. En op dit moment bepaald uitgelaten. “Waar zal ik mijn bureau zetten?” Voor iemand kon antwoorden zoemde ze alweer verder door de gang naar de prachtige kleine zaal aan de achterkant van het pand. Vooral Tom was fan van deze ruimte, niet in de laatste plaats omdat hun bureau de prachtige vormgeving had bedacht – allerlei bewoners van de stad hadden model gestaan voor de silhouetten in regenboogkleuren, die meeliepen met de languitgerekte en ondiepe traptreden van de halfronde tribune. Op de vloer staande zag Stijn hem tevreden om zich heen kijken. “Zie, je kunt álles met deze ruimte!” Sebas was zichtbaar blij voor Tom en legde een arm om zijn schouder.
Toen ze echter door het nieuwe en verbindende trappenhuis op het balkon van de grote zaal kwamen zag Stijn hèm even stevig slikken. De voormalige Dancing Queen was omgevormd tot een intieme zaal met 450 stoelen, als belangrijk onderdeel van het cluster. “Gaat het?”, fluisterde hij in Sebas’ oor. “Geen naar rook ruikende feestzaal meer, geen Koos die met goedkeuren van de gemeente een coole club runt… of maar wat aan rommelde misschien, maar wel met succes en een grote aaibaarheidsfactor”, antwoordde deze. Nu was dat voor hen allemaal een gemis, maar Stijn vermoedde dat de breuk met Koos en zeker ook het vertrek van die laatste naar Rotterdam hem veel hoger zat. Gelukkig ging Edith de Bij alweer verder naar de enorme foyer over twee verdiepingen aan de zijkant van het gebouw, waar vanaf nu feesten gehouden konden worden. Wie dat allemaal zou gaan regelen was nog onbekend, maar niemand had zin om het stralende humeur van de kersverse directeur te breken. Toen ze weer in de koffiebar waren en ze aan een rondje warme versnaperingen zaten, zuchtte Sebas desondanks hij nog geen idee had hoe hij het vanaf hier verder aan zou moeten pakken met twee zaken. Edith leek het niet te horen terwijl ze met dartelende tred alweer op weg was naar iets dat haar aandacht had getrokken.
“O nee, het is al half elf!!!” Stijn gaf Tom een por en dook over Bruno het bed uit, hem aan één arm half het bed uitsleurend. “Guys! Hup! Dit is vreselijk! We hebben beloofd om rond half één in Vorden te zijn!” Wat volgde was een warboel aan benen en kleren en tassen en armen en handen die nog snel de autosleutels en de tas met cadeautjes meegristen. Het was de verjaardag van Bert en Marie José had ze uitgenodigd om met zijn vijven te gaan lunchen en theeën bij Hotel Bakker in Vorden. Na één uur en vijftig minuten stonden ze daar op de parkeerplaats. In de heerlijke luie fauteuils in het café praatten ze elkaar wederzijds bij over de afgelopen tijd. Marie José stikte bijna in haar rosé toen ze hoorde dat Marije Anne een hele tijd verborgen had gehouden voor Dieck en dat ze nu ook nog moeilijk deed over een omgangsregeling. “Hoe ouderwets het ook klinkt (Stijn kon het niet nalaten om bij dat woord het bepaald rustieke café nog eens extra in zich op te nemen), als je van plan bent kinderen te krijgen kun je toch echt het beste trouwen. Juridisch blijft dat gewoon tot op heden de beste manier om alles te regelen. Je wilt niet weten wat ik bijna dagelijks op dat vlak voor ellende tegenkom.”
Waarna ze haar mond voor haar hand sloeg en stamelde: “Och heden, wat ontzettend ongevoelig van me. Jullie hebben dat met Oliver natuurlijk wel degelijk op een goede manier kunnen regelen, ik bedoe–“ “Moeder, het is al goed. Maak je niet druk.” Tom, die deze woorden had gesproken, keek haar geruststellend aan. Stijn zag op dat moment Bruno geïnteresseerd naar Tom kijken, zich waarschijnlijk afvragend of Tom zijn moeder ooit ook moeder zou noemen (achteraf bleek hij daar gelijk in te hebben). “Sterker nog: de dames hebben aangegeven nóg een kind te willen hebben. En wij gaan daarin onder dezelfde voorwaarden mee.” Beide ouders stonden op om ze hiermee alledrie hartelijk te feliciteren. Ook Bruno nam de wensen grijnzend in ontvangst; ze hadden besloten dat hij voorlopig op vrijblijvende wijze betrokken zou zijn, maar het ‘co-ouderschap in de praktijk’ van zijn twee mannen had hij geen enkel probleem gevonden. “Zijn ze er al actief mee bezig?”, vroeg verrassend genoeg Bert vrijuit. Stijn had de hele tijd al het gevoel gehad dat er vanuit allebei de belendende zitjes geïnteresseerd werd meegeluisterd, maar toen Bruno joviaal antwoordde met: “Jazeker, maar deze drie mannen hebben er dus fysiek niets mee te maken”, wist hij het zeker.
In de auto van Bruno terug naar het Zuiden waren ze alledrie stil en rozig van al het lekkere eten. Stijn had al de hele tijd door dat Tom ergens bedachtzaam op zat te kauwen. “Hèhè, nu weet ik het pas.” Bruno keek geïnteresseerd opzij en Stijn schoof tussen de twee voorstoelen in. “Je moeder had het in meerdere varianten steeds over samenwerken. En steeds kriebelde er iets maar ik kon het niet boven krijgen. Ik zat maar te denken aan Sebas en zijn nieuwe zaak en hoe hij dat kan doen… Ik denk dat ik het weet: als Connected Colours nemen we de hele horeca-pachtconstructie van het cluster voor onze rekening en vervolgens maken we er een stadscoöperatie van! Iedereen kan meedoen en is dus automatisch betrokken – ook bij een deel van de programmering.” Bruno legde trots zijn rechterhand op Toms knie, terwijl Stijn hem vanachter op zijn wang zoende. Zich afvragende hoe Edith zal reageren.